Nieuw! Luister nu aflevering 4: Zorg voor kanker van onze podcastserie Zorgopname!

De specialist en de huisarts samen aan het ontbijt. Een rubriek waarin deze dokters nader kennis maken met elkaar en wij met hen. De ontbijttafel staat dit keer in Vlissingen, aan de Boulevard bij hotel Arion. Om 7.00 uur zitten beide dokters binnen, terwijl het buiten langzaam licht wordt en de regen de Westerschelde grijs kleurt.

Even voorstellen

Jacqueline Roebroeck (61) is al 35 jaar huisarts, waarvan 23 in Vlissingen. Ze is naar Zeeland gekomen om samen met haar man een praktijk over te nemen. Ze hebben drie dochters van 28, 26 en 21 jaar. ‘De oudste heeft net een prachtige bruiloft gevierd, de jongste studeert nog.’ Gert-Jan Milhous (45) is sinds maart cardioloog in Adrz. Hij woont in Gorinchem, maar is als geboren Zeeuw van plan om met zijn vrouw en tweeling (jongen en meisje) van bijna 12 jaar naar Zeeland terug te keren. ‘Ik vind het fijn dat er een uitdaging voor mij ligt in Adrz. Daar houd ik van.’ Het gesprek tussen beide artsen is bevlogen. Ze vinden elkaar in de wens om meer samen te werken. ‘Huisartsen en specialisten moeten in het belang van de patiënt meer samen oppakken,’ zegt Gert-Jan. Jacqueline: ‘Dat is ook mijn ambitie. Sterker nog: ik ben er al veel mee bezig.’

Wat weten jullie van elkaars werk?

Gert-Jan: ‘Specialisten voelen de laatste jaren de druk van huisartsen die ‘vol’ zitten met veel werk en patiënten. We zouden meer voor de huisarts kunnen betekenen. Ik realiseer me dat we elkaar beter moeten leren kennen. Als je elkaar kent, vind je elkaar makkelijker. We hebben ook veel gemeen. De huisarts en de specialist willen beiden betekenis hebben voor de patiënt. Die waarde zit diep vanbinnen. Dat moet de basis zijn waarop we elkaar vinden.’ Jacqueline: ‘Specialisten weten van sommige onderwerpen bijna alles wat erover bekend is, dat mis ik in ons vak weleens. Als huisarts ben je veel breder en kom je met ‘t gehele welzijn van de mens in aanraking. Ik ben het met Gert-Jan eens dat er een mooie uitdaging ligt in betere samenwerking. Bij veel collega’s heerst nog scepsis, ontstaan in de moeizame jaren van de fusie Vlissingen-Goes-Zierikzee. Maar ik ontmoet nu gelukkig steeds meer nieuwe, jonge, enthousiaste specialisten met frisse ideeën. Mijn hartenkreet: vraag ons aan tafel!’

Waarom werden ze huisarts en cardioloog?

Gert-Jan: ‘Na mijn basisopleiding in Rotterdam werkte ik eerst als basisarts in Gooi-Noord. Aanvankelijk wilde ik internist worden, maar ik ontdekte dat cardiologie ook zo z’n charme had. In Nieuwegein en Amersfoort ben ik verder opgeleid. Uiteindelijk kon ik in Gorinchem terecht. Daar ben ik bestuurlijk actief geweest.’ Jacqueline: ‘Ik ben geboren in Maastricht en kon daar ook mijn studie doen en aansluitend de huisartsenopleiding. Toen trok het avontuur en vertrok ik met mijn man naar Ghana. Daar werkte ik heel breed. En ik leerde er de grenzen van de geneeskunde kennen. Sommige patiënten konden we met de mogelijkheden die we hadden helaas niet helpen. Ik vind mijn vak nog steeds prachtig en ga graag door tot mijn 67ste. Ik zie patiënten uit alle lagen van de bevolking. Zeer kleurrijk en bijzonder. En vaak heel persoonlijk.’

Hoe vinden jullie het contact met de patiënt?

Gert-Jan: ‘Ik kan als cardioloog een specifiek probleem verhelpen bij de patiënt, want ik ben opgeleid om veel te weten van één onderdeel van het lichaam. Maar soms benijd ik de huisarts, want die kent de hele sociale context van een patiënt. Dus ik verwijs een patiënt weleens terug naar de huisarts om te bespreken of de behandeling die ik voorstel wel wenselijk is vanwege zijn of haar situatie.’ Jacqueline: ‘Dat vind ik nu zo leuk aan mijn vak. Ik ken de patiënt en zijn sociale omgeving vaak goed. Dus ik kan met de patiënt praten over of een behandeling zinvol is: niet alles wat kan, moet ook. Wat ik zorgelijk vind, is de groeiende groep mensen met een slechte leefstijl. Minder en beter eten en vooral meer bewegen zijn in deze tijd heel belangrijk.’

Doe je zelf aan sport om gezond te blijven?

Jacqueline: ‘Ik voel me relatief gezond. Zwem regelmatig in zee. Gisteren nog. En ik doe aan Jazzballet en ik fiets en wandel.’ Gert-Jan: ‘Ik zit een paar keer per week op de racefiets en ik loop hard. Als ik daarna douch, komt het vaak voor dat ik een brainwave krijg.’ Hun woorden buitelen over elkaar om vooral te benadrukken – ook vanuit hun professionele rol – hoe belangrijk bewegen is. ‘Een gemeenschappelijke slogan voor onze
patiënten: bewegen is het beste medicijn!’