Uw baby is opgenomen op de wieg- en couveusekamer. Voor u als ouder is dit een ingrijpende gebeurtenis. Wij begrijpen dat het voor u moeilijk is om uw baby aan onze zorg toe te vertrouwen. U bent mogelijk bezorgd en u heeft wellicht veel vragen.
Bezoekregeling
Als ouder bent u altijd welkom. Als anderen uw baby willen bezoeken, zijn daar twee bezoekmomenten voor. Het bezoek is wel aan regels gebonden. Rekening houdend met de verhoogde kans op infectie van de pasgeborene, de rustperiode en de privacy van de moeder die borstvoeding geeft, zijn de bezoekmomenten van 16.00 uur tot 17.00 uur en van 19.00 uur tot 20.00 uur.
Regels voor bezoek
- Op bovenstaande tijden is bezoek welkom. Maximaal drie personen per bezoekmoment, mits één van de ouders hierbij aanwezig is. Er mag één keer gewisseld worden.
- Broertjes en/of zusjes van de baby worden als bezoek gezien. Zij moeten minimaal één jaar oud zijn. Voor andere kinderen geldt de leeftijdsgrens van twaalf jaar.
- Uw bezoeker mag alleen naar de baby gaan voor wie ze gekomen zijn. Dit is niet alleen om de privacy redenen van uw kind, maar ook de privacy van de andere kinderen te waarborgen.
- Grootouders, broertjes en zusjes van de baby vallen de eerste 24 uur van de opname buiten de vaste bezoektijden. Zij mogen de pasgeborene dan eenmaal bezoeken. De normale bezoekregeling blijft verder van kracht. Bovenstaande is niet van toepassing wanneer de baby ouder is dan 24 uur en er al gelegenheid tot bezoek is geweest.
- Een kraamverzorgster mag alleen als bezoek mee op de couveusekamer. Op de babykamer mag zij ook mee tijdens voedings- en badtijd. De verpleegkundigen zijn altijd verantwoordelijk voor de gang van zaken.
- Op de couveusekamer mag de baby tijdens de bezoekmomenten niet uit de couveuse gehaald worden en er mag niet gekangoeroed worden.
- Op de babykamer mag de baby tijdens de bezoekmomenten door de ouders uit de wieg worden gehaald als zij dat willen en de toestand van de baby dit toelaat. Wanneer de baby een infuus heeft mag de baby niet uit de wieg worden gehaald.
- De verpleegkundige kan afwijken van de bestaande afspraken als de situatie op de kamer dit vereist.
Uit hygiënische overwegingen
- Hang jassen en tassen op de kapstok in de gang of in de sluis voor de couveusekamer.
- Laat geen waardevolle spullen in uw jas of tas.
- Was uw handen in de sluis voor de kamer, voordat u naar binnen gaat.
- Voordat u met uw handen in de couveuse gaat, moet u uw handen nogmaals met handalcohol desinfecteren.
- Doe sieraden en polshorloge af voor het wassen van uw handen.
Het is niet toegestaan in geval van verkoudheid, griep, diarree, huidinfectie en contacten met kinderziekten de pasgeborene te bezoeken. Bij verkoudheid of koortslip moet u een mondkapje voor doen. Als u twijfelt of het wel of niet verantwoord is om op bezoek te komen, overleg dan eerst met een verpleegkundige van de afdeling.
De wieg- en couveusekamer
De wieg- en couveusekamer is een onderdeel van het Moeder en Kind centrum. Op de wieg- en couveusekamer vindt behandeling plaats van pasgeborenen die specifieke zorg nodig hebben. Dit kan enkele dagen zijn, voor een paar weken of langer.
Elke ochtend komt er een kinderarts visitelopen tussen 9.00 uur en 10.00 uur. In het weekend kan dat iets later zijn. Als u een gesprek wilt met de kinderarts dan kunt u hiervoor een afspraak maken. De verpleegkundige informatie krijgt u dagelijks.
De ervaring van andere ouders heeft geleerd dat als verwacht wordt dat de opname enige tijd gaat duren, het aan te raden is om een dag- of plakboek bij te houden. Hierin kunt u bijvoorbeeld foto’s en andere dingen die voor u de moeite waard zijn bewaren. Het kan zinvol zijn om gebeurtenissen af en toe op te schrijven. Op de afdeling krijgt u een schriftje aangeboden, waarin de verpleegkundige eventueel wat kan schrijven over uw kind.
Als u het leuk vindt kunt u voor uw baby een wasbaar (60°C) knuffelbeestje (niet groter dan 15 cm) in de couveuse zetten. Het knuffelbeestje moet u om de twee weken wassen. Tijdens de periode dat uw baby op de afdeling ligt is lichamelijk contact tussen u en het kind van wezenlijk belang, zowel voor de ontwikkeling en de groei van uw baby als voor het opbouwen van een band met elkaar. Wat u zelf in deze periode kunt doen is praten en aanraken en/of vasthouden. Juist de bekende stem en de aanraking van de eigen ouders zijn voor uw kind rustgevend en een steun in de vreemde omgeving.
Na de bevalling
Na de bevalling kan zich een aantal situaties voordoen. Het komt bijvoorbeeld voor dat u na de bevalling uw kind nauwelijks ziet.
De bevalling kwam (veel) te vroeg of onverwacht of uw baby had onmiddellijk behandeling nodig en werd naar een andere afdeling gebracht. U heeft zich op de gebeurtenissen niet of nauwelijks kunnen voorbereiden, waardoor het lijkt alsof alles in een droom gebeurt. Er kan een gevoel van vervreemding ontstaan. Dat kan erg verwarrend zijn.
Er is in korte tijd veel gebeurd en u heeft verschillende gevoelens te verwerken gekregen. Geef uzelf en uw gezin de nodige tijd om alles voor op een rijtje te zetten.
Er kan een heleboel met uw baby gebeuren, maar niemand weet van tevoren precies wat. Iedere baby komt op een andere manier door deze periode heen, de één met weinig en de ander met veel problemen.
Als de situatie van uw kindje verandert tijdens uw afwezigheid proberen wij u hierover zo snel mogelijk in te lichten.
Voor sommige baby’s is apparatuur nodig, zoals een neusbril, saturatiemeter, infuuspomp of een monitor. Als uw baby dergelijke apparatuur nodig heeft, geven de verpleegkundigen en de artsen u daarover de nodige voorlichting. Daardoor raakt u meer vertrouwd in deze omgeving en wordt de apparatuur minder bedreigend voor u.
De verzorging
Vanzelfsprekend wordt u zoveel mogelijk betrokken bij de verzorging van de baby. In het begin kunt u misschien nog niet meehelpen bij het verzorgen van uw baby, maar wanneer de gezondheidstoestand van u en uw baby het toelaat, doet u een deel van de verzorging zelf, zoals verschonen, wassen, baden en voeding geven.
Het baden of wassen van uw baby vindt ’s morgens plaats. Als uw baby voeding krijgt gebeurt het wassen of baden vóór de voeding. Het wassen of baden kan tussen 8.00 uur en 8.30 uur of tussen 11.00 uur en 11.30 uur. Er mag naast één ouder iemand anders aanwezig zijn bij het baden en de voeding die na het baden volgt. Als er jonge kinderen aanwezig zijn bij een badje, zorg er dan voor dat er nog een ouder aanwezig is, die op het kind kan passen.
Wanneer uw baby een infuus heeft, dan wordt het wassen door de verpleegkundige gedaan. Als uw baby in de wieg ligt kunt u hem/haar aankleden met eventueel eigen kleertjes. Voor een baby in de couveuse is dit afhankelijk van de gezondheidstoestand.
Voeding
Afhankelijk van de toestand van uw baby, spreekt de kinderarts de voeding af. Als uw baby te klein of te ziek is, wordt het vocht en eventueel voedingsstoffen via een infuus gegeven. Als uw baby mag drinken betekent dit dat hij/zij aan de borst of een flesje mag drinken. Afhankelijk van de gezondheidstoestand van uw baby mag het soms maar één of twee keer per dag aan de borst of uit het flesje drinken. Als uw baby te weinig drinkt, dan wordt de voeding bijgegeven via een sonde zodat uw baby toch aan de volledige hoeveelheid voeding komt.
Voorbeeldvoedingstijden zijn: 2.30 – 5.30 – 8.30 – 11.30 – 14.30 – 17.30 – 20.30 – 23.30 uur. Bij meerdere voedingen zijn de tijden anders verdeeld.
Borstvoeding
Wij begeleiden u als u uw baby borstvoeding wilt geven. Wanneer uw baby nog niet aan de borst kan drinken of maar één of twee keer aan de borst mag drinken, dan adviseren wij u om de borstvoeding af te kolven. Op de kraamafdeling is een kolfapparaat aanwezig. Op de afdeling staan speciale flesjes om de borstvoeding in op te vangen.
Als uw baby borstvoeding mag, neem dan de afgekolfde moedermelk mee. Zet op het flesje van naam, datum en tijd. Zodat wij de afgekolfde borstvoeding aan uw baby kunnen geven.
Kinderen die borstvoeding krijgen en daarnaast nog bijgevoed moeten worden, worden bijgevoed met vingervoeden, tenzij anders met ouders is afgesproken. Deze methode is voor het optimaliseren van de borstvoedingsrelatie tussen moeder en kind door zuigverwarring te voorkomen en de zuigtechniek te bevorderen of te bevredigen.
Moedermelk
Moedermelk mag 48 uur in de koelkast worden bewaard. Het kan ook voor langere tijd worden ingevroren. Het invriezen moet direct na het afkolven worden gedaan. Ontdooide moedermelk mag 24 uur in de koelkast worden bewaard, mits het in de koelkast wordt ontdooid. Als ouders beslist u over het gebruik van een fopspeen. Een fopspeen kan de zuigbehoefte stimuleren of juist bevredigen. Geeft u borstvoeding dan kunnen wij u in het begin adviseren terughoudend te zijn met een fopspeen. U kunt een fopspeen van thuis meenemen. De fopspeen moet dagelijks worden uitgekookt. Bent u tegen het gebruik van een fopspeen, geef dan aan.
Nuttig om te weten
Het medisch dossier, de zogenaamde status, kunt u op verzoek inzien. Uw verzoek om het medisch dossier in te zien kunt u bij de behandelende arts indienen.
Het verpleegkundig dossier van uw kind kunt u inzien. Het is in beheer bij de verpleegkundige die voor uw kind zorgt. Als u vragen heeft ten aanzien van het dossier dan kunt u die met de betreffende verpleegkundige bespreken. U kunt het dossier op de afdeling lezen. Het is niet toegestaan het verpleegkundig dossier van de afdeling mee te nemen.
Kangoeroeën
Als de toestand van uw kind stabiel is, kunt u in overleg met de verpleegkundige die voor uw kind zorgt, met kangoeroeën fijn lichamelijk contact maken uw baby.
Rooming-in
Als uw baby na een lange tijd van opname naar huis mag, heeft u de mogelijkheid de laatste dag op de afdeling 24 uur bij uw baby te zijn en de volledige zorg te geven. Wij bieden u een kamer aan waar u samen met uw baby verblijft. Het is uw eigen keuze wie van de ouders dit gaat doen. Wel is het principe dat er ‘s nachts één persoon bij de baby blijft slapen en dat er voor één persoon gratis eten verstrekt wordt.
Andere disciplines
In het ziekenhuis werken tal van hulpverleners. Als u behoefte heeft aan een hulpverlener kunt u dit aan de arts of verpleegkundige aangeven. Hulpverleners zijn onder andere: geestelijk verzorger, medisch psycholoog, orthopedagoge en fysiotherapie.
Klachten en suggesties
Het kan voorkomen dat u over sommige onderdelen van de behandeling of het verblijf niet tevreden bent. Heeft u klachten of problemen op medisch en verpleegkundig terrein of betreffende de dagelijkse gang van zaken in het ziekenhuis, bespreek deze dan met personen die daarvoor verantwoordelijk zijn. Zij zijn bereid met u te overleggen hoe de problemen opgelost kunnen worden. Het is ook mogelijk uw klachten te bespreken met de teamcoach van de kinderafdeling.
Mocht u na overleg met hen niet tevreden zijn, dan kunt u een beroep doen op de klachtenfunctionaris. Deze verricht een onpartijdig onderzoek naar achtergronden en de oorzaken van uw klacht. Getracht wordt te komen tot opheldering van de situatie en het ‘hopelijk’ wegnemen van het ongenoegen. Klachtenformulieren staan in het folderrek op de afdeling. Ook kunt u een afspraak maken met de klachtenfunctionaris (intern toestel 4393, extern 0113 234 393).
Suggesties
In een grote organisatie als een ziekenhuis is het vrijwel onmogelijk het iedereen 100% naar de zin te maken. Daarom willen wij uw op- of aanmerkingen graag weten. Mogelijk kunnen we met uw suggesties rekening houden voor de kinderen die hierna in het ziekenhuis worden opgenomen. Heeft u suggesties dan kunt u die aangeven op het evaluatieformulier of het ontslag enquêteformulier opsturen naar:
Adrz
Klachtenfunctionaris
Postbus 15
4460 AA Goes
Contact
Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, dan kunt u bellen naar de Kinderafdeling via de receptie van het ziekenhuis via 088 125 00 00.
Wilt u een afspraak maken, annuleren of verzetten? Neem dan contact op via het contactformulier. Deze wordt vaak dezelfde werkdag nog in behandeling genomen. U kunt op werkdagen tussen 8.00 uur en 13.00 uur ook telefonisch contact opnemen met de Afspraakcentrale via 088 125 00 00, kies in het keuzemenu voor optie 1.
Begrippenlijst
Apneu
Betekent letterlijk het tijdelijk ophouden van de ademhaling. Te vroeg geboren baby’s hebben vaak een onregelmatige ademhaling en soms ‘vergeet ’de baby zelfs wel eens te ademen. Als dat langer duurt dan vijftien tot twintig seconden is er sprake van een apneu.
Brady’s
Een bradycardie is een verlaging van de hartslag. Dit is meestal het gevolg na een apneu met als reactie dat de hartslag daalt.
Couveuse
De couveuse is een met doorzichtig perpex overkapt ‘bedje’ waar uw baby in ligt. Zo kunnen we uw kind goed in de gaten houden.
De couveuse voorziet de baby van warmte, bevochtigde lucht en indien nodig extra zuurstof.
Fototherapie
Dit is een behandeling met ultraviolet licht, als uw baby een te hoog bilirubinegehalte heeft in het bloed. Als gevolg hiervan heeft uw baby een gele huidskleur. Door het licht van deze lamp verdwijnt de gele kleur uit de huid. Het kind is daarbij zoveel mogelijk ontkleed, waarbij de ogen worden beschermd tegen UV-licht. Als het bilirubinegehalte erg hoog is kan de kinderarts met u bespreken dat de borstvoeding tijdelijk niet gegeven mag worden. Tijdens deze periode kunt u de borstvoeding afkolven.
Elk apparaat is voorzien van één of meerdere alarmen die gaan piepen zodra zij onder of boven de door ons ingestelde grenswaarden komen. Op die manier kunnen we tijdig zien of uw baby hulp nodig heeft. Als er een alarm afgaat, wil dit dus absoluut niet zeggen dat uw baby in gevaar is. U moet het echter zien als een waarschuwing die aangeeft dat uw baby even aandacht nodig heeft.
Infuus
Een infuus is een slangetje in een bloedvat op het hoofd, in de arm of in het been.
Monitor
Op het lichaam van uw baby zitten een aantal plakkers die verbonden zijn met een monitor. Deze monitor registreert de ademhaling en de hartslag. Met een sensor kan de zuurstofsaturatie gemeten worden.
Neusbril
Dit is een zuurstof ‘snorretje’ dat constant zuurstof in de neus blaast.
Saturatiemeter
Uw baby kan op de hand of voet een sensor hebben, die door middel van infrarood licht de zuurstofverzadiging in het bloed meet.
Sonde
Een sonde is een slangetje dat via de neus en de slokdarm in de maag uitmondt.
Literatuur
- ‘Te vroeg geboren’ Richard de Leeuw en Lilian Bakker
- ‘We houden uw kindje nog even hier’ Maja Hagen Holz en Richard de Leeuw
- ‘Ik heb een zusje, maar ik mag alleen naar haar kijken’ Maaike Sigar, Richard de Leeuw en Dick Bruna
Op de afdeling ligt informatie over verschillende onderwerpen. Vraag er naar bij uw verpleegkundige.
Verenigingen
Vereniging van Ouders van Couveusekinderen (V.O.C)
Postbus 1024
2260 BA Leidschendam
070-3862535
Afdeling Zeeland 0113-573119
Couveuseouders.nl
Nederlandse vereniging voor ouders van meerlingen (NVOM)
Karel de Grotelaan 24
1861 KJ Bergen
036 531 80 54
Nvom.net/nl
Vereniging Borstvoeding Natuurlijk
Postbus 119
3960 BC Wijk bij Duurstede
0343-576626
Vbn.borstvoeding.nl
La Leche League
Postbus 212
4300 AE Zierikzee
0111-413189
Lalecheleague.nl