De identificatieplicht in de zorg houdt in dat patiënten zich bij hun eerste bezoek moeten kunnen identificeren met een geldig identiteitsbewijs als zij medische zorg ontvangen. Dit geldt voor iedereen, dus ook voor minderjarigen jonger dan 14 jaar. De identificatieplicht geldt in de hele zorgsector, dus bij alle zorgaanbieders in de eerst en tweede lijn.
De identificatieplicht in de zorg is ingevoerd om zorgpasfraude (misbruik met zorgpassen) tegen te gaan. Een onverzekerde die gebruikmaakt van een gestolen, gehuurde of geleende zorgpas maakt misbruik van de zorgverzekering. Hij of zij betaalt immers geen premie. Ook werkt deze vorm van fraude de kans op medische fouten in de hand. De patiënt wordt namelijk aangezien voor iemand anders, met een ander medisch dossier.
Soorten identiteitsbewijs
Patiënten kunnen zich identificeren met een geldig paspoort, rijbewijs, een Nederlandse identiteitskaart of een NL Vreemdelingendocument. Een zorgverlener is niet verplicht een kopie van het identiteitsbewijs op te nemen in het dossier. Wel moet een zorgverlener soort en nummer van het gecontroleerde document vastleggen in de administratie.
Wie geen identiteitsbewijs kan laten zien, kan de kosten van de behandeling niet declareren bij een zorgverzekeraar. De arts of het ziekenhuis moet alle kosten van de medische behandeling dan op de patiënt verhalen. Als het identiteitsbewijs niet meer geldig is, kan dit niet meer worden gebruikt voor identificatie bij een zorgverlener.
Spoedeisende hulp en legitimeren
Heeft een patiënt onmiddellijk medische hulp nodig, dan wordt hij eerst geholpen. Is de acute hulp verleend, dan moet deze patiënt zich binnen 14 dagen alsnog bij het ziekenhuis identificeren. Identificeert hij zich niet binnen deze tijd, dan moet de zorgverlener de kosten op hem verhalen.
Burgerservicenummer in de zorg
Sinds 1 juni 2009 zijn erkende zorgverleners verplicht het Burgerservicenummer (BSN) te gebruiken. Dat betekent dat zorgverleners het BSN vastleggen in hun administratie en gebruiken bij het uitwisselen van gegevens met andere zorgverleners. Zorgverleners moeten controleren of de patiënt hoort bij het BSN voordat ze het BSN mogen gebruiken in hun administratie. Daarom moeten zij de patiënt vragen om een geldig identiteitsbewijs. De zorgverlener heeft het BSN ook nodig om de behandeling bij de verzekeraar te kunnen declareren.
Kinderen
Anders dan de algemene identificatieplicht is er in de zorg geen leeftijdsgrens. Ook kinderen moeten hun eigen identiteitsbewijs tonen als ze medische zorg nodig hebben. Een bijschrijving van een (minderjarig) kind in het paspoort van de ouder kan worden gebruikt ter legitimatie van het kind. Deze ouder moet dan mee naar de arts of het ziekenhuis om het kind te kunnen identificeren. Kinderen kunnen sinds 26 juni 2012 niet meer worden bijgeschreven in het paspoort van de ouder. Een bijschrijving in een geldig paspoort kan nog wel gebruikt worden als identificatie in de zorg.