Nieuw! Luister nu aflevering 4: Zorg voor kanker van onze podcastserie Zorgopname!

Deze folder geeft u informatie over kunstmatige beademing. Het is goed u te realiseren dat voor u persoonlijk de situatie anders kan zijn dan beschreven.

Kunstmatige beademing is nodig als een patiënt om verschillende redenen hulp nodig heeft met ademhalen. Het beademingsapparaat kan de ademhaling van de patiënt ondersteunen of geheel overnemen. Het apparaat wordt via een slangensysteem en een buisje (de ‘tube’) aangesloten aan de patiënt. De tube zit meestal in de mond, maar kan ook in de neus zitten en komt uit in de luchtpijp. Iedere in- en uitademing loopt via het apparaat en voorziet de patiënt van voldoende lucht en zuurstof.

Om de beademing zo comfortabel mogelijk te laten verlopen en het herstel te bespoedigen, kan het nodig zijn de patiënt met behulp van medicijnen in slaap te houden. Het beademingsapparaat kan bepaalde signalen geven, zoals lichtjes, zoemtonen en piepjes. Het overgrote deel van deze geluiden heeft vaak weinig betekenis. U hoeft dus niet bij ieder signaal te denken dat er iets aan de hand is. De IC-verpleegkundige weet de betekenis van de signalen en hoe daarop te reageren.