De meeste diabetespatiënten moeten meerdere keren per dag insuline spuiten om hun bloedsuiker op peil te houden. Maar ze kunnen ook kiezen voor een insulinepomp die dat  werk overneemt. Een uitkomst voor patiënten met een actief leven, zegt diabetesverpleegkundige Igna Becks.

Een insulinepomp is een klein kastje dat de patiënt 24 uur per dag bij zich draagt. “Dat kan in je broekzak, in je bh of in een speciaal zakje,” vertelt Igna. De pomp heeft een reservoir  voor insuline, dat elke drie dagen verwisseld moet worden. Via een slangetje is de pomp verbonden aan de infusieset, die de meeste diabetespatiënten op hun buik hebben. “De pomp wordt digitaal geprogrammeerd, op zo’n manier dat hij iedere paar minuten een beetje insuline afgeeft. Hoeveel en hoe vaak precies kan per persoon worden afgestemd.”

Maatwerk

Het gebruik van de insulinepomp heeft veel voordelen boven het zelf insuline spuiten, vindt Igna. “Allereerst hoef je dan niet meer zelf met spuiten aan de slag. Maar je krijgt ook meer maatwerk. Als je bijvoorbeeld gaat sporten of als je ziek bent, heb je meer of minder insuline nodig. Dat kun je met die pomp snel aanpassen. En patiënten met een insulinepomp voelen zich vaak beter, omdat ze heel gelijkmatig steeds een beetje insuline krijgen.”

Actief leven

De pomp is niet voor iedereen een goede oplossing, legt Igna uit. “Hij is vooral geschikt voor patiënten met diabetes type 1. Dat zijn vaak de jongere mensen met een actief leven. Om de pomp goed te kunnen bedienen, moet je het systeem wel snappen. Elke patiënt gaat een heel traject door, met een workshop over koolhydraten en een uitgebreide online cursus over het gebruik en de uitleesprogramma’s. En de patiënt wordt zeker in het begin intensief begeleid met regelmatige controles in het ziekenhuis. Maar als de pomp eenmaal werkt, kun je er veel mee doen.”