Nieuw! Luister nu aflevering 4: Zorg voor kanker van onze podcastserie Zorgopname!

De specialist en de huisarts samen aan het ontbijt, om nader kennis met elkaar te maken en wij met hen. De ontbijttafel staat in Zierikzee in B&B de Zeeuwse Schatkamer. Buiten is het winter. Grauw en regen. Van de mooie jachthaven is weinig te zien. Binnen is het gezellig en staat een heerlijk ontbijt voor de gesprekspartners klaar.

Even voorstellen

Zierikzee heeft weinig geheimen voor huisarts Martijn Bruel (47 jaar). Hij is opgegroeid op Schouwen-Duiveland en woont er samen met zijn vrouw en twee dochters van 15 en 13 jaar. Eén op de vier inwoners is patiënt bij hem. Dat heeft iets intiems. Onder andere voor zijn vak is hij teruggekomen naar Zeeland, waar zijn ouderlijk huis nog staat. Gestudeerd in Rotterdam en uiteindelijk gekozen om huisarts te worden: ‘Omdat ik generalist ben en dan van alles iets weet, dat vind ik heerlijk. Daarnaast de continuïteit en het zien opgroeien van patiëntjes in mijn praktijk, het zijn nooit eenmalige contacten.’

Lisette te Velde (48 jaar) ziet haar patiënten met name tijdens een moeilijke periode in hun leven. Zij is oncologisch chirurg in Adrz. Op dit moment vooral voor borstkankerpatiënten. ‘Ik heb dit vak gekozen om er te zijn voor de patiënt in onzekere omstandigheden. En ik vind het heel
mooi om iets met mijn handen te kunnen doen.’ Ze werkt ook veel in haar tuin in Burgh-Haamstede waar ze samen met haar man is neergestreken toen ze bijna 3 jaar geleden vanuit de omgeving van Amsterdam naar Zeeland verhuisde. Ze ervaart natuur en omgeving in de provincie als een cadeautje.

Hoe ontbijt je op een werkdag?

Martijn: ‘Ik eet meestal samen met mijn gezin. En dan gaan we allemaal de deur uit. Mijn dochters naar school en ik naar mijn praktijk Westpoort in Medisch Centrum Borrendamme in Zierikzee.’

Lisette: ‘Wij staan altijd vroeg op. Mijn poli (spreekuur) en operatieprogramma beginnen ook vroeg. Dus dit is luxe zo ‘s morgens aan een uitgebreid ontbijt.’

Waarom werd je huisarts en chirurg?

Martijn: ‘Het is gek, maar ik wilde eerst rechten gaan studeren. Toch voelde het niet goed om jurist te worden. Toen ik werd uitgeloot voor medicijnen wist ik ineens dat ik die studie juist graag wilde doen en ben ik uiteindelijk in Rotterdam geplaatst na een klein uitstapje naar Brussel. Toen werd het meer een roeping. Ik was niet geschikt voor een vak als chirurgie. Vooral het nachtelijk opereren vond ik zwaar. Huisarts zijn past mij veel beter. Je begeleidt patiënten voor het leven en kent ze goed.’

Lisette: ‘Mijn vader was patholoog anatoom. Maar geen enkele druk van hem om medicijnen te studeren. Ik had ook niet meteen een echte roeping, maar toen ik werd uitgeloot voor geneeskunde aan de VU in Amsterdam werd ik pas echt fanatiek. Ik heb brieven geschreven en een beroep gedaan op de zogeheten hardheidsclausule. Dan moet je bewijzen dat je het echt wilt. Uiteindelijk is dat gelukt. Ik vond chirurgie een enorme uitdaging omdat je in moeilijke tijden voor patiënten echt het verschil kunt maken. En nog steeds doe ik het met veel liefde voor het vak.’

Wat weten jullie van elkaars werk?

Lisette: ‘Het is leuk dat we hier samen zitten, want we zijn allebei ook bestuurlijk actief. Ik ben 3 dagen in de week lid van de raad van bestuur en vanuit dat perspectief weet ik redelijk veel van wat huisartsen bezighoudt en wat ze van het ziekenhuis nodig hebben. En wat ik vooral belangrijk vind, is dat we meer gaan samenwerken. Eigenlijk proberen we helder te krijgen wat de Zeeuwse patiënt wil en dat weet de huisarts het beste. Soms is dat beeld nog te divers.’

Martijn: ‘Als liaison-huisarts namens de Zeeuwse Huisartsen Coöperatie probeer ik de verbinder te zijn tussen de huisartsen en de staf van de medische specialisten van het ziekenhuis. Daarnaast neem ik deel aan visitaties en heb zo een redelijk beeld van de collega’s in het ziekenhuis. Ik zie wel duidelijke verschillen. De artsen in het ziekenhuis moeten veel meer rekening houden met de organisatie. Ik heb mijn eigen winkeltje. Dat is een stuk overzichtelijker.’

Wat voor cijfer geef je je eigen gezondheid op de schaal van 1 tot 10?

Martijn: ‘Een 9. Ik voel me fitter dan ooit. Ik eet gezond en stap regelmatig op de racefiets. Minimaal 2 keer per week en als het regent dan ga ik thuis spinnen. Daarnaast zeil ik graag.’

Lisette: ‘ok een 9. Tot ik mijn rug brak reed ik paard. Nu heb ik knuffelpony’s. Op zondag loop en train ik met een personal trainer en doe ik allerlei oefeningen. Ik voel me gezond en vind het lekker om te bewegen. Met mijn collegabestuurder loop ik regelmatig te vergaderen.’

En allebei: ‘Maar… je weet niet wat je niet weet.’