Adrz

Als er een goedaardige afwijking in de borst zit, is het vaak niet noodzakelijk om deze afwijking te verwijderen via een operatie. Sommige afwijkingen verdwijnen in de loop van de jaren vanzelf en hebben geen behandeling nodig.

Opbouw borst

De borst is opgebouwd uit borstklierweefsel, vetweefsel, bindweefsel, bloedvaten en lymfevaten. Daarnaast heeft de borst een uitloper van het borstweefsel naar de oksel toe en een tepel met tepelhof. Het borstklierweefsel bestaat uit de melkgangen en de melkklieren. De meeste afwijkingen of aandoeningen van de borst ontstaan in het klierweefsel. Dit is de schijf in de borst die zich op onderstaande afbeelding laat zien als een soort boom met vertakkingen.

Adrz - Borstaandoening - Borst

Aandoeningen

Atypische ductale of lobulaire hyperplasie

Atypische ductale of lobulaire hyperplasie betekent een plaatselijke toename van de cellen in de afvoergangen of de klierlobjes met een afwijkend uiterlijk bij microscopisch onderzoek. Zo’n afwijking is niet kwaadaardig, maar verhoogt de kans op het ontstaan van borstkanker.

Het kan nodig zijn de afwijking chirurgisch te verwijderen of eventueel te vervolgen. Als er sprake is van vervolgen wordt vaak na 6 en 12 maanden opnieuw een mammografie gemaakt. Wanneer de afwijking niet veranderd kan controle verminderen.

Cyste (holte gevuld met vocht)

Een cyste is een holte gevuld met vocht. Deze holte kan ontstaan door een verstopping in een afvoergangetje van een melkklier. Cysten geven geen verhoogd risico op borstkanker. Vaak zitten er meerdere cysten in één borst of in beiden borsten. Een cyste kan vrij plots ontstaan en tot wel enkele centimeters groot worden. Meestal verdwijnen ze ook weer vanzelf of worden ze kleiner. Dit wordt vaak gezien na de menstruatie.

Als er veel spanning op een cyste staat kan dit pijnklachten geven. Het is dan mogelijk om de cyste echogeleid leeg te puncteren. Cysten komen het meest voor bij vrouwen die nog niet door de overgang heen zijn.

Ductectasie (verwijde melkgang)

Het borstklierweefsel bestaat onder andere uit melkgangen (ducten) die uitmonden in de tepel. Het kan zijn dat zo’n melkgang verwijd is en dat er vocht/prut in de melkgang achterblijft. Gevolgen hiervan kunnen een ontsteking en tepelvloed zijn. De oorzaak van verwijde melkgangen is onbekend, maar het wordt vaak gezien bij vrouwen net voor of rond de overgang.

Als de klachten als storend worden ervaren kan besproken worden om één (microdochectomie) of meerdere (conusexcisie) melkgangen chirurgisch te verwijderen.

Fibroadenoom (knobbel van bindweefselcellen)

Een fibroadenoom is een veelvoorkomende goedaardige afwijking in de borst en bestaat uit bindweefselcellen. Het is een gladde en ronde knobbel die zeer beweeglijk kan zijn. Fibroadenomen kunnen zich op verschillende plaatsen in de borst bevinden, maar zitten vaak in de buurt van de tepel. Ook is het goed mogelijk dat er meerdere fibroadenomen in één borst gezien worden.

De meeste fibroadenomen zijn 1-3 cm groot. Omdat een fibroadenoom hormoongevoelig is kan de grootte ervan onder invloed van hormonen veranderen. Ze komen meestal voor bij vouwen onder de 35 jaar en zullen na de overgang kleiner worden of zelfs verdwijnen.

Enkel wanneer een fibroadenoom groter is dan 3 cm, veel (pijn)klachten veroorzaakt of binnen korte tijd enorm groeit, is er medisch gezien een indicatie om het fibroadenoom chirurgische te verwijderen.

De aanwezigheid van een fibroadenoom geeft geen verhoogd risico op borstkanker.

Lipoom (vetweefselknobbel)

Een lipoom is een vetweefselknobbel, het ontstaat uit vetweefselcellen. Lipomen kunnen overal in het lichaam voorkomen, dus ook in de borst. Een lipoom voelt zacht aan en er is medisch gezien niet noodzakelijke een lipoom chirurgisch te verwijderen.

Mastitis (borstontsteking)

Een borstontsteking (mastitis) is een ontsteking van een melkkliertje in de borst en komt vooral voor bij vrouwen die borstvoeding geven. Door verkeerd aanleggen of niet goed leegdrinken van de borst kan een infectie ontstaan, waarbij een bacterie via de tepel binnendringt. Ook huidproblemen van de borst, een eerdere operatie, roken of afwijkingen van de melkklieren kunnen de oorzaak zijn van een borstontsteking.

Antibioticum is niet altijd de oplossing voor een borstontsteking. Wanneer borstvoeding wordt gegeven, is het belangrijk om het stilstaan van melk in de borst tegen te gaan. Dit kan door vaker te voeden of te kolven en door gebruik te maken van warme kompressen voorafgaand aan het voeden. In sommige gevallen wordt wel antibioticum voorgeschreven. De borstvoeding dient dan door te gaan om de vorming van een abces te voorkomen. Pijnstilling kan ook worden geadviseerd.

Bij een borstontsteking die niet wordt veroorzaakt door borstvoeding zal het advies afhankelijk zijn van de oorzaak. Vaak kan het lichaam de ontsteking zelf opruimen.

Mastopathie (goedaardige knobbels)

​Mastopathie is een verzamelnaam van goedaardige aandoeningen van de borst, waarbij er sprake is van goedaardige knobbels of andere onregelmatigheden die pijn kunnen veroorzaken. Deze pijnklachten kunnen gerelateerd zijn aan de hormonale cyclus. Mastopathische borsten bestaan meestal uit compact klierweefsel en geven soms gespannen en vollere borsten.

Mastopathie op zichzelf geeft geen verhoogd risico op het ontwikkelen van borstkanker.

Microcalcificaties (kalkspatjes)

Microcalcificaties worden ook wel ‘kalkspatjes’ genoemd. Ze kunnen zowel uit goedaardige als uit kwaadaardige cellen bestaan. Als ze uit kwaadaardige cellen bestaan groeperen deze ‘kalkspatjes’ zich op een bepaalde manier wat zichtbaar wordt op een mammografie en waarbij er een biopt nodig zal zijn.

Goedaardige kalk hoeft niet (verder) onderzocht te worden. Het kan worden veroorzaakt door afgestorven klierweefselcellen die het lichaam nog niet heeft opgeruimd. Deze cellen verkalken en tonen zich daardoor op een mammografie.

Het kan voorkomen dat er vervolgonderzoek nodig is, wanneer er ‘kalkspatjes’ op de mammografie zichtbaar zijn. Deze ‘kalkspatjes’ zien er dan niet direct verdacht uit, maar de radioloog wil toch kijken of er 6 tot 12 maanden later verandering is opgetreden.

Papilloom (goedaardige afwijking melkgang)

Een papilloom is een kleine, goedaardige afwijking in de melkgang, vaak te vinden direct achter de tepelhof. Het veroorzaakt soms geel tepelvocht of een ingetrokken tepel.  De oorzaak van het ontstaan van papillomen is onbekend. Ze komen met name voor bij vrouwen tussen de dertig en vijftig jaar.

Als er middels een biopt duidelijkheid is verkregen over de diagnose papilloom, heeft het de voorkeur om deze afwijking chirurgisch te verwijderen door de melkgang waar het papilloom zich bevindt weg te nemen (microdochectomie). Dit wordt gedaan om het ontstaan van borstkanker te voorkomen, een papilloom kan namelijk kwaadaardig worden.

Vetnecrose (ontsteking, bloeding en verlittekening vetweefsel)

Vetnecrose is ontsteking, bloeding en verlittekening in het vetweefsel van de borst. Het kan ontstaan door stoten en vallen of na een eerdere operatie of punctie.

Diagnostische operatie borst

U bent via uw huisarts of via het Bevolkingsonderzoek Borstkanker verwezen naar het Borstzorgcentrum van Adrz. Bij de onderzoeken is een goedaardige afwijking geconstateerd of is er niet direct duidelijk om wat voor afwijking het gaat. Door middel van een diagnostische operatie zal meer duidelijkheid verkregen worden. Deze behandelwijzer is opgesteld om u te informeren over het chirurgische traject.

Een diagnostische operatie kan zijn:

  • diagnostische lumpectomie (borstsparende operatie)
  • conusexcisie
  • microdochectomie

Bekijk de gehele folder