Adrz

Deze folder geeft u informatie over de embolisatie van een uterusmyoom. Het is goed u te realiseren dat de situatie voor u persoonlijk anders kan zijn dan beschreven.

Embolisatie uterusmyoom

Een uterusmyoom is een vleesboom in de baarmoeder. Een embolisatie betekent het afsluiten van een bloedvat. In uw geval wordt de bloedtoevoer naar de vleesboom afgesloten zodat deze verschrompelt.

De procedure wordt uitgevoerd door een interventieradioloog en twee gespecialiseerd laboranten.

Opname

U wordt voor deze behandeling opgenomen in het ziekenhuis. Een opname is nodig om goede pijnstilling te kunnen geven en voor de controle op nabloedingen. De afspraak voor de opname is met u gemaakt door het Opnameplein.

Voorbereiding

Nuchter
Vanaf twee uur vóór de behandeling moet u nuchter zijn. Nuchter zijn wil zeggen niet eten, drinken en roken. Als de behandeling ’s morgens plaats vindt mag u vanaf middernacht alleen nog drinken tot twee uur vóór het onderzoek. Als de behandeling ‘s middags plaats vindt, mag u vanaf 10.00 uur alleen nog drinken tot twee uur vóór het onderzoek. Op de afdeling wordt u verder voorbereid. U krijgt een infuus in uw arm en een katheter in de blaas om de urine af te voeren tijdens het onderzoek.

Kleding
Het is voor u en onze medewerkers prettig als u kleding aan heeft waarin u zich makkelijk kunt bewegen en dat de kleding een ruime pasvorm heeft. Mogelijk krijgt u een drukverband na de procedure die onder uw kleding komt te zitten. Laat uw sieraden en waardevolle spullen thuis.

Zwangerschap
Als u zwanger bent of denkt dat te zijn, neem dan vooraf contact op met uw behandelend arts. Het onderzoek kan dan niet doorgaan.

Medicatie

Let op, voor onderstaande medicijnen is er een verschillende voorbereiding nodig.

  • Het gebruik van medicatie met betrekking tot antistolling/bloedverdunning dient afgestemd te worden met uw behandeld arts. Mogelijk moet u stoppen met deze medicatie.
  • Gebruikt u NSAID’s? De meest voorkomende NSAID’s zijn diclofenac, ibuprofen en naproxen. NSDAID is een ontstekingsremmend middel dat pijn en zwelling vermindert. Stop het innemen van NSAID’s 24 uur voor het onderzoek tot 24 uur na het onderzoek. Weet u niet of uw medicijn een NSAID is? Vraag het dan na bij uw apotheek. Paracetamol is geen NSAID.
  • Andere medicijnen die u gebruikt kunt u in principe op de normale manier en tijdstippen innemen, tenzij anders met u is afgesproken. Overleg als u twijfelt over het innemen van medicijnen met uw behandelend arts.
  • Heeft u een insulinepomp? Schakel deze dan uit (c.q. zet toediening stop) voordat u de onderzoekskamer binnengaat.  De röntgenapparatuur kan uw insulinepomp mogelijk verstoren. Direct na het onderzoek kunt u uw insulinepomp weer aanzetten.
  • Tijdens de procedure krijgt u (mogelijk) de volgende medicatie, contrastmiddel: Lidocaine 1%, Visipaque 270, Heparine. Bent u bekend met allergieën of ernstige bijwerkingen m.b.t. één of meerdere van deze middelen, neem dan contact op met de afdeling Radiologie. Tevens krijgt u medicatie van de anesthesist, dit wordt van tevoren met u besproken.

Contrastmiddelen

Tijdens het onderzoek wordt contrastmiddel in de bloedvaten gespoten. Op het moment dat het contrastmiddel wordt ingespoten, kunt u een warm gevoel ervaren. U kunt een rare smaak in uw mond krijgen of het gevoel hebben dat u plast. Dit is normaal en trekt binnen een paar minuten weg.

Overgevoeligheid voor contrastmiddel
Sommige mensen zijn overgevoelig voor bepaalde contrastmiddelen. Dit is meestal bekend uit eerder röntgenonderzoek. Als dit bij u bekend is, moet u dit melden bij het maken van de afspraak en voor het onderzoek.

In zeldzame gevallen komen lichamelijke reacties op het contrastmiddel voor zoals voorbijgaande huidreacties, jeuk en benauwdheid. Deze kunnen tot 48 uur na toediening van contrastmiddel optreden. Neem in het geval van een laattijdige reactie contact op met uw huisarts. Meld een reactie ook aan de afdeling Radiologie, zodat deze geregistreerd kan worden. Bij een volgend onderzoek met contrastmiddel moet u dan mogelijk een voorbereiding volgen. Indien dit voor u van toepassing is, wordt u hierover geïnformeerd door een medewerker van de BVT.

Nierfunctie
Het toegediende contrast wordt door de nieren uitgescheiden. Hiervoor is een goede nierfunctie noodzakelijk. Dit wordt via bloedafname bepaald en dient – voordat het onderzoek gepland wordt – bekend te zijn. Er is een recente bepaling nodig.

Wanneer uw nierfunctie zich onder een bepaald niveau bevindt, beoordeelt de nefroloog of aanvullende beschermende maatregelen nodig zijn. Een medewerker van het ziekenhuis neemt dan contact met u op. Neem altijd uw medicijnkaart of medicijnen mee.

Verloop van de behandeling

Voorafgaand aan de behandeling krijgt u op de verkoeverafdeling een infuus en een speciale pijnpomp.

Daarna wordt u naar de afdeling Radiologie gebracht. In de onderzoeksruimte komt u op een onderzoekstafel te liggen. Voordat het onderzoek begint, krijgt u uitleg wat er gaat gebeuren. Uiteraard kunt u altijd vragen stellen als u iets niet begrijpt.

De laboranten maken alles klaar voor de behandeling. De interventieradioloog voert de behandeling uit.

Uw liezen worden schoongemaakt met jodium. Als u allergisch bent voor jodium geef dit dan aan. U krijgt een steriel laken over u heen. Uw lies (of beide liezen, afhankelijk van de plaats van de myomen) wordt verdoofd en de slagader in de lies wordt aangeprikt (2). Vervolgens wordt er een buisje in het bloedvat gebracht waardoor er geen bloed uit kan, maar waar wel materiaal door naar binnen kan.

De interventieradioloog maakt foto’s met behulp van het contrastmiddel zodat inzichtelijk wordt waar de bloedvaten liggen die de vleesboom/vleesbomen van bloed voorzien. Hierna probeert hij dit bloedvat te bereiken met een katheter (1).

Als de katheter op de goede plek ligt (4), worden er kleine korreltjes in de slagaders naar de myomen gespoten. Ondertussen worden er foto’s gemaakt. Het spuiten van de korreltjes gaat door totdat het bloedvat dicht zit.

Als de procedure klaar is wordt het buisje verwijderd. Het dichtmaken van het bloedvat kan op twee manieren:

  • Het plaatsen van een angio-seal®
  • Dichtdrukken gedurende tien tot twintig minuten

Tijdens of aan het einde van de behandeling wordt besloten op welke wijze het bloedvat gesloten wordt. In de volgende twee alinea’s worden deze methoden los van elkaar uitgelegd.

Plaatsen Angio-Seal™

Het plaatsen van een angio-seal is alleen mogelijk in slagaders in de lies waarvan de diameter groot genoeg is. Het plaatsen van een angio-seal kan wat gevoelig / pijnlijk zijn.
In het bloedvat wordt een angio-seal geplaatst. Dit is een propje van collageen wat het gaatje in het bloedvat dichtmaakt. Dit collageen propje lost vanzelf op na ongeveer negentig dagen.
U krijgt hiervoor achteraf een kaartje mee wat u negentig dagen bij u dient te houden. Indien u binnen deze negentig dagen behandeld gaat worden in de lies en/of bloedvaten, is het belangrijk dat u de arts informeert over de aanwezigheid van de Angio-Seal™.

Dichtdrukken bloedvat

Gedurende tien tot twintig minuten wordt de plaats waar geprikt is dichtgedrukt. Hierdoor krijgt het gaatje in de wand van uw bloedvat de tijd om zich te sluiten. Tot slot wordt er een drukverband aangelegd om een nabloeding te voorkomen.

Na de behandeling

Na de procedure haalt de verpleegkundige van de afdeling u op. Op de afdeling vinden diverse lichamelijke controles plaats. Tevens krijgt u bedrust. De verpleegkundige geeft u nadere instructies. Een en ander is afhankelijk van de manier van sluiten van het bloedvat:

Met Angio-Seal™

Na het plaatsen van een Angio-Seal™ dient u minimaal één uur plat in bed te blijven liggen zodat het wondje in het bloedvat zich goed kan sluiten. Na deze tijd geeft de verpleegkundige u verdere instructies.

Na dichtdrukken bloedvat

Na het dichtdrukken van het bloedvat dient u minimaal vier uur plat in bed te blijven liggen zodat het wondje in het bloedvat zich goed kan sluiten. Na deze tijd geeft de verpleegkundige u verdere instructies.

Nazorg thuis

  • Om de kans op een nabloeding te verkleinen, dient u zwaar lichamelijke inspanning de rest van de dag en de volgende twee tot drie dagen te vermijden. Deze dagen mag u niet persen en niet zwaarder tillen dan 5 kg.
  • De dag ná de procedure mag u de pleister verschonen. Maak de huid schoon met milde zeep en water, en droog voorzichtig af. Verschoon de pleister gedurende de eerste drie/vier dagen tot de huid genezen is.
  • U kunt vanaf de dag ná de procedure gewoon douchen. U mag na drie tot vier dagen weer in bad, mits de huis genezen is.
  • Het is mogelijk dat u een blauwe plek krijgt waar de huid is aangeprikt. Bij pijnklachten kunt u eventueel paracetamol innemen, maar géén medicijnen die aspirine bevatten. Aspirine werkt bloed verdunnend en vergroot de kans op een bloeduitstorting.
  • De eerste zeven uur na de behandeling kunnen (heftige) pijnklachten ontstaan. U kunt last krijgen van misselijkheid en koorts. Bespreek van tevoren met uw behandelend arts welke vorm van pijnstilling u gaat krijgen.
  • Indien er een Angio-seal™ geplaatst is, kunt u een kleine zwelling/ lichte gevoeligheid in de lies voelen. Tevens heeft u een Angio-seal™ kaartje meegekregen welke u negentig dagen bij u moet houden (bijvoorbeeld in uw portemonnee/bij uw medicijnlijst).

Uitslag van de behandeling
Uw behandelend arts bespreekt het resultaat van de behandeling met u.

Complicaties

Geen enkel onderzoek/behandeling is zonder risico’s.
Ernstige complicaties doen zich zelden voor. Complicaties worden door de aanvragend arts en radioloog met u besproken.

Wanneer contact opnemen na onderzoek?
Neemt u contact op met uw behandelend arts (088 125 00 00) of huisarts indien u last krijgt van:

  • Bloeding van de prikplaats
  • Aanhoudende pijn
  • Pijn of stijf gevoel in één van de benen
  • Benauwdheid
  • Andere onverklaarbare klachten

’s Avonds, ’s nachts en in het weekend kunt u contact opnemen met de huisartsenpost.

Contact

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen of ontstaan er na de behandeling onverhoopt problemen waarover u zich zorgen maakt, dan kunt u bellen naar de afdeling Radiologie via 088 125 43 60. Neem tenminste 24 uur voor de afspraak contact op met de het Opnameplein als u verhinderd bent (088 125 44 30).

Als u de afdeling niet kunt bereiken, kunt u bellen naar de Receptie van Adrz via 088 125 00 00.