Gipsbroek
Uw kind krijgt een gipsbroek. Dit kan om verschillende redenen noodzakelijk zijn. Meestal betreft het een dysplastische heup (=onderontwikkeld heupgewricht), aan een of beide kanten. Een of beide benen kunnen worden gegipst. Het gips loopt vanaf de buik tot de knie, enkel of de tenen. De orthopeed bespreekt met u wat het beste past bij het probleem dat uw kind heeft.
Een gipsbroek bij baby’s wordt in de regel op de OK, onder narcose, aangelegd. Vaak wordt vooraf een arthrogram gemaakt. Dit is een röntgenonderzoek waarbij met behulp van contrast de positie van de heupkop zichtbaar wordt gemaakt.
De gipsbroek zelf is meestal vervaardigd van een synthetisch gipsverband, wat desgewenst een kleurtje kan hebben. Het zorgt ervoor dat de heupkop stevig op zijn plaats in de heupkom blijft. Het zit vanaf de taille tot de knie, enkels of tenen en heeft een uitsparing in het kruis. Soms plaatst de gipsverbandmeester een stokje tussen de benen voor de stevigheid. De gipsbroek wordt meestal aangelegd voor een periode van drie maanden. Na zes weken volgt meestal een wissel.
Verzorging
Gezien de breedte van de heupen in een gipsbroek is het vervoer met een Maxi Cosi erg moeilijk. De Vereniging Aangeboren Heupafwijkingen (VAH) heeft een oplossing voor dit praktisch probleem. Zie websites verderop in deze folder!
Om te voorkomen dat het gips nat en vies wordt, kunt u het best speciale inlegluiers gebruiken (Tena of Depend). Deze luiers zijn verkrijgbaar bij apotheek of drogist. Misschien kunt u ook een aanvraag indienen bij de zorgverzekeraar voor de aanschaf van overmaat luiers. Vraag dit in ieder geval na bij uw eigen zorgverzekeraar.
De luiermaat is afhankelijk van de grootte van uw kind en de afmeting van de uitsparing in het gips. Schuif de inlegluier vóór en achter onder het gips. Hier overheen komt een gewone broekluier. Het is raadzaam om de zijkanten van de broekluier naar binnen te vouwen, onder het gips. Verder is het van belang uw kind regelmatig te verschonen. Ondanks al deze voorzorgsmaatregelen is het niet altijd te vermijden dat het gips nat wordt. In dat geval is droogföhnen op een lauwe stand de beste oplossing. De verzorging vraagt veel van de ouders. Het is van groot belang dat u instructies goed uitvoert. Het is namelijk niet mogelijk om het gips ‘even te wisselen’. Uw kind moet hiervoor namelijk opnieuw onder narcose.
Drukplekken
Op de billen, rug en stuit kunnen drukplekjes ontstaan door de randen van het gips. Dit kunt u voorkomen door het kind wisselend op de rug en op de buik te leggen, en verder door de gipsbroek plaatselijk te ondersteunen met een opgerolde handdoek zodat deze niet ‘gekanteld’ ligt ten opzichte van de houding van uw kind.
Contact
U moet zo spoedig mogelijk contact opnemen met de gipskamer:
- Als het gips te strak zit of gaat zitten (uw kind groeit gedurende de behandeling gewoon door). U kunt dit zien doordat de tenen of voeten kouder worden, blauw of wit verkleuren, dikker worden, pijnlijk of gespannen zijn.
- Als het gips kapot gaat.
Als uw kind huidirritatie of een kinderziekte krijgt (die met huidirritatie gepaard gaat, zoals mazelen en rode hond) kunt u het best contact opnemen met uw huisarts. Hij/zij kan zo nodig met de behandelend specialist overleggen.
Contactinformatie
Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen of ontstaan er na de behandeling onverhoopt problemen waarover u zich zorgen maakt, dan kunt u bellen naar de Gipskamer via 088 125 42 41 (Goes). Dit kan op werkdagen van 8.30 tot 10.00 uur en van 13.30 tot 16.30 uur. Voor de Gipskamer in Vlissingen kunt u bellen naar 088 125 52 74. Dit kan op werkdagen van 8.30 uur tot 17.00 uur.
Buiten werktijden kunt u bellen naar de Spoedeisende Hulp in Goes via 088 125 42 50.
Wilt u een afspraak maken, annuleren of verzetten? Neem dan contact op met de Afspraakcentrale via 088 125 00 00 of via het contactformulier.
Wilt u meer informatie over dit onderwerp, kijk dan op de internetsites www.heupdysplasie.nl en/of www.heupafwijkingen.nl.