In deze folder vindt u uitleg over het functioneren van het hart, het optreden van ritme- en geleidingsstoornissen en de werking van een pacemaker. Tevens krijgt u praktische adviezen over het leven met een pacemaker.
Het gezonde hart
De taak van het hart is het rondpompen van bloed door het hele lichaam. Het samentrekken van de hartspier wordt elektrisch geregeld vanuit de natuurlijke pacemaker van het hart; de sinusknoop. De sinusknoop geeft elektrische signalen af aan de beide bovenste holten van het hart, de boezems. Deze trekken vervolgens gelijktijdig samen. Daardoor worden de onderste holten, de hartkamers, met bloed gevuld.
Na de samentrekking van de boezems bereikt de elektrische prikkel een tussenstation, de AV-knoop. Deze ligt tussen de boezems en de kamers. Hier volgt een korte pauze waarna het elektrisch signaal zich voortbeweegt naar de hartkamers. Deze trekken zich gelijktijdig samen en pompen vervolgens het bloed door het lichaam. Dit is een hartslag. Na een korte pauze begint de cyclus opnieuw.
Het hart klopt in rust ongeveer zestig tot tachtig keer per minuut. Bij inspanning loopt de snelheid op tot soms wel 180 slagen per minuut bij jonge mensen. Bij ouderen ligt dit wel een stuk lager.
Problemen in de elektrische prikkelvorming of voortgeleiding
Soms is er een probleem met het ontstaan of met de voortgeleiding van de elektrische prikkels door het hart. Als de sinusknoop geen prikkels maakt of als de AV-knoop de prikkels niet doorgeeft aan de hartkamers, is er een pauze in de hartslag. Gelukkig is er meestal een reddingsmechanisme waarbij een ander gebied in het hart deze prikkelvorming overneemt. Dit gaat echter vaak in een zeer traag tempo met een lage hartslag of een pauze tot gevolg. Als gevolg hiervan kunt u moe, duizelig en/of kortademig worden en zelfs het bewustzijn verliezen. Een pacemaker kan dan uitkomst bieden. Deze neemt de prikkelvorming over wanneer de sinusknoop of de AV- knoop tekort schiet.
De pacemaker
Een pacemaker is een klein apparaatje wat de hartslag in de gaten houdt en voorkomt dat de hartslag te traag wordt. Dit doet de pacemaker door middel van het toedienen van een elektrische prikkel. Op deze manier blijft het hart in het juiste hartritme kloppen. Door deze elektrische prikkel trekt het hart samen en pompt het bloed naar de rest van het lichaam. U voelt niks van deze elektrische prikkel.
Het pacemakersysteem bestaat uit een pacemaker en elektroden (ook wel leads genoemd).
De pacemaker is opgebouwd uit een batterij en elektronica in een titanium behuizing. Deze heeft het formaat van een zakhorloge. De levensduur van de batterij is meestal zo’n acht tot twaalf jaar en dit is afhankelijk van het benodigde gebruik. De pacemaker wordt onder de huid geplaatst, ongeveer twee centimeter onder het sleutelbeen.
Op de pacemaker worden één of twee elektroden aangesloten. De elektroden worden ingebracht via het grote bloedvat onder het sleutelbeen, dat uitmondt in uw hart. Afhankelijk van waar de werking van de pacemaker nodig is, worden één of twee elektroden ingebracht in de rechter hartboezem en/of in de rechterhartkamer.
Via de elektroden bewaakt de pacemaker het hartritme continue en geeft indien nodig prikkels af.
Pacemaker indicaties
Er zijn verschillende indicaties om een pacemaker te plaatsen ter behandeling van een te traag ritme. Het type pacemaker, de hoeveelheid elektroden en de positie van de elektroden is afhankelijk van het onderliggend ziektebeeld. Ook een combinatie van onderstaande ziektebeelden is mogelijk waardoor plaatsing van meerdere elektroden nodig kan zijn. Uw cardioloog kan u vertellen welke indicatie bij u van toepassing is.
Sinusknoop dysfunctie
Bij dit ziektebeeld geeft de sinusknoop op sommige momenten geen of in een te traag tempo prikkels af. Sinusknoopstoornissen komen vooral voor bij ouderen. Ook bepaalde geneesmiddelen en een traag werkende schildklier kunnen sinusknoopdysfunctie veroorzaken. Bij sinusknoop dysfunctie wordt meestal een pacemaker met twee elektroden ingebracht. De elektrode in de rechterboezem neemt de prikkelvorming in de boezem bij een trage hartslag over. De verdere geleiding verloopt vervolgens op de normale, natuurlijke manier via de AV-knoop naar de hartkamers, waar de tweede elektrode controleert of het signaal goed wordt doorgegeven.
AV- blok
Bij een AV-blok worden de prikkels die vanuit de boezems de AV-knoop bereiken, niet goed doorgegeven aan de kamers. Veel voorkomende oorzaken van een AV-blok zijn ouderdom en bijwerking van medicijnen tegen hartritmestoornissen. Soms wordt de AV-knoop beschadigd tijdens een acuut hartinfarct. Ook een behandeling van een ritmestoornis in de buurt van de AV- knoop of een hartklepoperatie kan tot schade van de AV-knoop leiden. Bij een AV-blok wordt een pacemaker met twee elektroden geplaatst. De eerste elektrode ligt in de rechterboezem en signaleert of en wanneer de boezems samentrekken. De tweede elektrode ligt in de rechterhartkamer en stimuleert de kamers wanneer het signaal van de boezem niet goed wordt doorgegeven.
Boezemfibrilleren
Boezemfibrilleren is een hartritmestoornis waarbij de elektrische prikkel niet in de sinusknoop ontstaat maar op meerdere plaatsen in de boezems. Dit zorgt voor veel kleine elektrische stroompjes. Dit heeft tot gevolg dat de boezems trillen in plaats van gelijktijdig samentrekken. Daardoor wordt er minder bloed de kamers ingepompt. Soms wordt, ondanks deze vele prikkels, het signaal niet goed of wisselend doorgegeven naar de hartkamers. Wanneer er veel pauzes zijn in het doorgeven van prikkels, ontstaat er een trage hartslag. Een pacemaker met één elektrode in de rechterhartkamer biedt dan uitkomst. Deze stimuleert de hartkamers als de pauzes te lang worden.
Pacemaker bij hartfalen met linkerbundeltakblok
Sommige patiënten met hartfalen kunnen in aanmerking komen voor een speciaal type pacemaker. Dit zijn patiënten met een sterk verminderde pompkracht van het hart die ook nog een linkerbundeltakblok hebben. Door dit linkerbundeltakblok wordt de hartspier van de linkerkamer namelijk niet tegelijk geactiveerd, waardoor de uitdrijvende kracht van de hartspier minder wordt.
Dit kan verholpen worden door aan een normale pacemaker ook nog een derde draad toe te voegen die wordt gepositioneerd aan de linker zijkant van de linkerkamer. Dit wordt ook wel Cardiale Resynchronisatietherapie (CRT) genoemd. Hierdoor verbetert in veel gevallen de pompfunctie van het hart en dus ook de symptomen van hartfalen.
De implantatie
De ingreep vindt plaats op de hartkatheterisatiekamer en wordt uitgevoerd door een cardioloog. Deze cardioloog heeft zich gespecialiseerd in device implantaties. Tijdens de ingreep wordt de cardioloog geassisteerd door gespecialiseerde verpleegkundigen en een pacemakertechnicus.
Voor meer informatie over de implantatie verwijzen we u naar de folder pacemakerimplantatie op de website: www.adrz.nl/folders/pacemakerimplantatie
De vervanging
Na een pacemakerimplantatie wordt de batterij van de pacemaker regelmatig gecontroleerd door de pacemakertechnicus. Als blijkt dat de batterij bijna leeg is, komt u in aanmerking voor een pacemakervervanging.
Voor meer informatie over de pacemakervervanging verwijzen we u naar de folder pacemakervervanging op de website: www.adrz.nl/folders/pacemakervervanging
Risico’s en complicaties tijdens en na de implantatie/vervanging
Onderhuidse bloeding
Een onderhuidse bloeding veroorzaakt een zwelling in het wondgebied die soms ook pijnlijk kan zijn. Meestal lost het lichaam dit vanzelf op, maar een enkele keer moet de wond opnieuw geopend worden om het bloed te verwijderen. Tijdens het genezingsproces kan de wond verkleuren van rood naar blauw, groen en geel.
Pneumothorax of klaplong
Een enkele keer kan bij het inbrengen van de pacemaker de long geraakt worden. Er ontstaat dan een pneumothorax oftewel een klaplong. Hierbij lekt lucht uit de long in de borstholte en kan de long inzakken. Dit kan klachten geven van pijn en kortademigheid. Dit kan spontaan herstellen, maar soms is een drainage van de lucht uit de borstholte nodig.
Infectie
Bij elke chirurgische ingreep is er een kans op ontsteking of infectie. Zo ook bij het implanteren van een pacemaker. Dit kan gebeuren na dagen of weken, maar ook pas na vele jaren. In sommige gevallen kan een dergelijke infectie met antibiotica worden behandeld, maar soms is het toch beter de pacemaker en de draden tijdelijk te verwijderen. Pas nadat de infectie weer bestreden is, kan een nieuw pacemakersysteem ingebracht worden.
Dislocatie
Soms kan het voorkomen dat de draad losraakt en van zijn plaats raakt. Deze moet dan operatief terug op zijn plaats worden gelegd.
Trombose
Soms wordt de ader waar de draden ingebracht zijn afgesloten door een bloedstolsel. Dit kan leiden tot zwelling of blauwe verkleuring van de arm of de hand. U dient dan direct contact op te nemen met uw cardioloog, zodat u kunt starten met bloedverdunners.
Bloed in hartzakje of tamponade
Soms wordt bij het inbrengen van de elektrodraad door de boezem- of hartkamerwand heen geprikt. Hierdoor komt er bloed in het hartzakje. Afhankelijk van de ernst dient het bloed soms verwijderd te worden door middel van een punctie.
Wanneer neemt u contact op?
Neem in onderstaande gevallen tijdens kantooruren contact op met de polikliniek Cardiologie of buiten kantooruren met de huisartsenpost:
- Bij een zwelling of blauwe verkleuring van de arm of hand.
- Bij toenemende of plots optredende pijn.
- Bij roodheid van de wond.
- Bij zwelling of de aanwezigheid van pus ter hoogte van de pacemaker.
- Bij klachten zoals duizeligheid en/of flauwvallen.
Ook na maanden tot jaren kan de huid blauw of bruin verkleuren en dun, gespannen en pijnlijk aanvoelen. Dit kan een teken zijn van een beginnende infectie. U moet dit dan melden bij de polikliniek Cardiologie.
Leefregels in de eerste weken
Wondverzorging en aandachtspunten
- Eenmaal thuis wordt eventuele wondpijn binnen enkele dagen minder. Paracetamol helpt meestal voldoende tegen de pijn. U mag maximaal drie tot vier keer per dag 1000mg paracetamol innemen.
- De hechtingen onder de huid verdwijnen vanzelf. Het kan zijn dat ook aan de buitenkant van de wond een stukje hechtdraad zichtbaar is. Ook dit laat na enkele weken vanzelf los.
- U mag de pleister vijf dagen na ontslag verwijderen of vervangen door een schone als er nog wat wondlekkage is.
- Als de wond goed droog is, mag u vanaf de dag na de implantatie weer kortdurend (vijf minuten) douchen. U kunt een milde shampoo gebruiken. U mag de eerste week niet in bad of sauna vanwege het risico op infectie en het week worden van de wond.
- Wrijf niet over de wond.
- Draag het liefst comfortabele, niet knellende kleding. Vermijdt korsetten en bretels; deze kunnen de wond irriteren. Ook een bh-bandje kan onplezierig aanvoelen. U kunt iets onder het bh-bandje aanbrengen om de druk op de wond te verminderen.
Bewegingsbeperking
- Gedurende zes weken moet u voorzichtig zijn met tillen, rekken, strekken en activiteiten die krachtsinspanning met zich meebrengen, daarnaast adviseren we de arm aan de operatiezijde niet boven schouderhoogte op te tillen.
- Fietsen is toegestaan na twee weken. Tot die tijd kunnen onverwachte bewegingen in druk verkeer tot wondproblemen leiden. Zorg ervoor dat u tijdens het fietsen de arm niet overmatig strekt en belast.
- Zwemmen is gedurende zes weken niet toegestaan vanwege de kans op infectie en het loslaten van de elektrode.
Controle door de pacemakertechnicus
De pacemaker wordt na implantatie na één dag, veertien dagen, zeven weken, zes maanden en daarna ieder jaar gecontroleerd door de pacemakertechnicus. Dit is een technische controle waarbij deze onderzoekt of de pacemaker nog goed werkt. De technische controle duurt ongeveer een kwartier tot een half uur en is pijnloos. Wel kunt u tijdens de meting kortdurend hartkloppingen voelen. U neemt plaats op een behandelstoel waarna de technicus (indien noodzakelijk) vier elektroden aanbrengt op uw armen en benen om het hartritme in beeld te brengen. Met behulp van een programmer beoordeeld deze alle instellingen en opgeslagen gegevens uit de pacemaker. Daarnaast controleert deze de elektrische gegevens van de pacemaker, de levensduur van de batterij en de kwaliteit van de inwendige elektroden.
Sommige pacemakers kunnen op afstand gecontroleerd worden middels een kastje of applicatie op uw telefoon, dit wordt remote monitoring genoemd. De pacemakertechnicus bekijkt samen met de cardioloog of u hiervoor in aanmerking komt. Met remote monitoring kan de pacemaker controle op afstand gebeuren en hoeft u in sommige gevallen minder vaak naar het ziekenhuis te komen voor de controles.
Bij de eerste pacemakercontrole op de dag na implantatie krijgt u van de pacemakertechnicus een pacemakerpas met belangrijke informatie, zoals de fabrikant en het serienummer. Verder staan hier ook belangrijke telefoonnummers op voor noodgevallen, vragen of problemen. Draag deze pas altijd bij u.
Verwisselen pacemaker generator
De levensduur van de batterij van de pacemaker is acht tot twaalf jaar; dit is afhankelijk van het type pacemaker en hoe vaak deze in werking moet komen. Wanneer tijdens de technische controle is gebleken dat de batterij van de pacemaker aan vervanging toe is, wordt een pacemaker vervanging gepland.
Bij een vervanging wordt het hele apparaatje vervangen. Het vervangen van de pacemaker is een kleine ingreep en gebeurt onder plaatselijke verdoving. De elektrodedraden blijven zitten, deze gaan veel langer mee. Gelukkig komt het maar zelden voor de elektrodedraden toch vervangen moeten worden.
Leven met een pacemaker
De meeste patiënten zeggen dat zij na ongeveer een half jaar aan de pacemaker gewend zijn. Meestal verloopt dat zonder problemen, maar de eerste weken na de implantatie zijn er wel enkele zaken om rekening mee te houden. Met een pacemaker kun je bijna alles doen wat je voorheen ook deed. Je kunt wel een tijdlang bij bepaalde bewegen wat ongemak ervaren.
De eerste zes weken na de plaatsing is sporten af te raden. De elektrodedraden moeten nog vastgroeien in het hart. Maak daarom geen rek- of strekbewegingen en breng je arm niet boven de schouder of achter je lichaam. Pas dus ook op met het aantrekken van je jas of het kammen van de haren. Til geen zware dingen op en mijd zwaar lichamelijk werk.
Wat voelt u van de pacemaker?
De pacemaker en de aansluiting van de elektroden zijn vaak voelbaar onder het litteken en ook zichtbaar als een verdikking. Van de elektroden in het hart merkt u niets. Soms kan de pacemaker verschuiven in de pocket en bij sommige houdingen tegen de huid drukken. Dit kan gevoelig zijn. Als de pacemaker verder vrij onder de huid ligt zonder continue klachten te geven, is er geen probleem.
Psychische en sociale gevolgen
Iedereen reageert verschillend op het dragen van een pacemaker. Sommige mensen gaan gewoon door met hun leven alsof er niets aan de hand is. Anderen worden er wat onzeker en angstig van. Praat hierover met mensen in uw omgeving. Blijft u zich langdurig zorgen maken of een angstgevoel houden, dan kan het goed zijn om een psycholoog te bezoeken. Uw huisarts kan hierin adviseren.
Autorijden met een pacemaker
De cardioloog adviseert om de eerste twee weken geen auto of motor te rijden om de wond goed te laten genezen en te wennen aan de pacemaker. Wanneer u beroepschauffeur bent, mag u tot twee weken na de implantatie niet rijden. Om toestemming te krijgen voor het rijden als beroepschauffeur in een vrachtwagen of bus is altijd een rapport van uw behandelend cardioloog nodig.
Meer informatie over autorijden als pacemakerdrager, kunt u vinden op www.cbr.nl
Zwangerschap
Een zwangerschap hoeft met een pacemaker geen problemen op te leveren. Tijdens de zwangerschap en bij de bevalling wordt er geen ander ritme van je hart gevraagd dan ervoor of erna. Bespreek een eventuele kinderwens met je cardioloog.
Verzekeringen
Voor het afsluiten van een basisverzekering voor ziektekosten mag het dragen van een pacemaker niets uitmaken. De basisverzekering is voor iedereen gelijk en door de overheid bepaald.
Voor aanvullende ziektekostenverzekeringen kan men je pacemaker als een extra gezondheidsrisico beschouwen. Men mag je van de verzekering uitsluiten of je een hogere premie in rekening brengen. Vergelijk dus de premies en voorwaarden van de verschillende maatschappijen.
Je pacemaker kan problemen opleveren bij het afsluiten van een levensverzekering of een hypotheeklening. Voor de verzekeringsmaatschappij of de bank betekent je pacemaker dat je een hartkwaal hebt en dus een licht verhoogd gezondheidsrisico. Je mag ook niet verzwijgen dat je een pacemaker hebt, want dan kan de maatschappij achteraf een vergoeding of uitkering weigeren (ook als er iets heel anders is gebeurd).
Weer aan het werk
De eerste week na de implantatie wordt werken afgeraden, omdat de wond dan nog gevoelig is en moet genezen. Wanneer u uw werk kunt hervatten, is ook afhankelijk van het soort werk dat u verricht en uw conditie. Overleg met de bedrijfsarts wanneer u uw werk kunt hervatten.
Houd rekening met de bewegingsbeperking van uw arm aan de kant waar de pacemaker is aangebracht.
Als u werkzaam bent op een werkplek met grote generatoren, krachtcentrales of inductieovens, kan deze apparatuur de werking van de pacemaker beïnvloeden. Ook wanneer u lasser bent of op een andere manier te maken heeft met sterke elektromagnetische velden, moet u met de cardioloog en de pacemakertechnicus overleggen in hoeverre uw werk invloed heeft op de pacemaker.
Invloed van elektromagnetische velden
Sterke elektromagnetische velden kunnen stoorsignalen geven waardoor de werking van de pacemaker tijdelijk verstoord kan raken. Vaak merkt u hier niets van. Zodra u zich van de bron verwijdert, gaat de pacemaker weer normaal functioneren. Elektromagnetische velden die sterk genoeg zijn om de pacemaker te beïnvloeden, komen meestal slechts voor in industriële omgevingen. Huishoudelijke apparaten hebben bij normaal gebruik over het algemeen geen invloed op de pacemaker, mits het apparatuur betreft die in goede staat van onderhoud verkeert en elektrisch goed geaard is.
- Houd bij elektrisch gereedschap ongeveer dertig centimeter afstand. Deze afstand geldt vooral, omdat het trillen tegen de pacemaker de aansluiting van de elektroden zou kunnen beschadigen.
- Het gebruik van mobiele telefoons vormt geen gevaar voor uw pacemaker. U mag deze echter niet in het borstzakje boven de pacemaker bewaren.
- Let ook op bloemcorsages, deze worden soms met magneetjes vastgemaakt. Deze mag u niet met een magneet dragen, want dan komt de magneet te dicht bij de pacemaker.
- Elektrische auto’s leveren geen probleem voor de pacemaker. U kunt dus veilig gebruik maken van een elektrische auto of bus.
- U kunt zonder problemen door antidiefstalpoortjes in winkels lopen als u daar op wandelsnelheid doorheen gaat en er niet in stil blijft staan of op leunt.
- Het passeren van de detectiepoortjes op de luchthaven met een implantaat kan in principe gebeuren zonder risico voor beschadigingen, als u er in een normaal tempo doorheen loopt en niet stil blijft staan in het poortje maar pas ongeveer een meter daarna. Toch blijft het mogelijk dat het poortje reageert omdat de implantaten metaaldelen bevatten. Zorg daarom dat u altijd uw pacemakerpas bij u heeft. De bodyscan die tegenwoordig op steeds meer luchthavens gebruikt wordt, levert voor dragers van een pacemaker geen enkel risico.
Als u een specialist of tandarts bezoekt, is het goed te melden dat u pacemaker drager bent. Er zijn bepaalde onderzoeken of behandelingen die vermeden moeten worden of waarbij voorzorgsmaatregelen genomen moeten worden, denk hierbij aan het gebruik van een elektrisch mes tijdens een operatie of een MRI scan. Vraag de specialist bij twijfel contact op te nemen met de cardioloog.
Sporten/lichaamsbeweging
Het dragen van een pacemaker is geen reden om van sport of een andere vrijetijdsbesteding af te zien. Wel kan het zijn dat de cardioloog u een bepaalde vorm van sport of beweging afraadt vanwege de onderliggende hartziekte. Bouw uw activiteiten geleidelijk aan op. Laat u vergezellen door iemand die op de hoogte is van uw situatie. Vermijd bij een pacemaker met elektroden bij voorkeur contactsporten, zoals judo, karate, basketbal en handbal vanwege het risico op verplaatsing en beschadiging van de elektroden. Bij een eenmalige harde klap zal misschien alleen de huid beschadigen. De pacemaker zelf is gemaakt van titanium en zo goed in elkaar gelast dat het niet waarschijnlijk is dat deze kapotgaat.
Het spelen van een partijtje tennis en badminton is in principe geen probleem. Wees wel voorzichtig als u de arm aan de kant van de pacemaker gebruikt.
De pacemaker staat seksueel contact niet in de weg. De onderliggende ziektegeschiedenis, angstgevoelens en het gebruik van bepaalde medicatie kunnen echter belemmerend werken in de seksuele beleving.
Mammografie
Alle vrouwen van 50 tot en met 75 jaar krijgen elke twee jaar een uitnodiging voor het Bevolkingsonderzoek Borstkanker. Als pacemaker draagster kunt u gewoon aan het onderzoek deelnemen. Wel zijn er enkele aandachtspunten voor mensen met een pacemaker in het sleutelbeengebied:
- Geef zelf bij het onderzoek aan dat u pacemaker draagster bent.
- De pacemaker mag niet opzij ‘geduwd’ worden.
- Als u een pijnlijk gevoel op en rond de pacemaker en het litteken heeft, moet u dit melden. De laboranten kunnen daar dan rekening mee houden bij het aandrukken van de borst.
- Tijdens het maken van de mammografie komt er druk op de pacemaker. Dit kan geen kwaad, maar geeft een extra drukkend gevoel. Laat de schouder aan de kant van de pacemaker tijdens het onderzoek zo ontspannen mogelijk hangen.
- Het maken van een mammografie wordt afgeraden gedurende het eerste half jaar na de pacemakerimplantatie
- Een klein deel van de borst is niet te beoordelen, omdat de pacemaker op de foto een ‘witte plek’ veroorzaakt. Zo nodig kan een mammografie aangevuld worden met een echo van de borst voor nader onderzoek.
Na het overlijden
Bij een te verwachten overlijden, bijvoorbeeld omdat iemand ernstig ziek is, hoeft de pacemaker niet uitgezet te worden. De pacemaker kan soms nog wel kleine signalen afgeven, maar het hart zal hier dan niet meer op reageren, zo kan een pacemaker het overlijdensproces niet beïnvloeden.
Na overlijden moet de pacemaker onder het sleutelbeen verwijderd worden. Dit dient doorgegeven te worden aan de begrafenisondernemer. De pacemaker bestaat uit onderdelen (onder andere de batterij) die als chemisch afval worden beschouwd. Dat geldt zowel bij begraven als bij cremeren. Als de uitvaartondernemer er niet naar vraagt, is het goed dat de nabestaanden vertellen dat de overledene een pacemaker draagt.
Voor meer informatie over de pacemaker in de laatste levensfase verwijzen we u naar de folder op de website.
Handige websites en links
- Nederlandse Hartstichting
- RIVM- Elektromagnetische velden en medische hulpmiddelen
- Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen
Contact
Heeft u na het lezen van de folder nog vragen of ontstaan er na de behandeling onverhoopt problemen, neem dan contact op met de pacemakertechnicus tijdens kantooruren (maandag t/m vrijdag) tussen 8.30-17.00 uur via 088 125 43 10 of stuur een e-mail naar pacemakertechnicus@adrz.nl.
Als u de afdeling niet kunt bereiken, kunt u bellen naar de receptie van Adrz via 088 125 00 00.
Wilt u een afspraak maken, annuleren of verzetten? Neem dan contact op via het contactformulier. Deze wordt vaak dezelfde werkdag nog in behandeling genomen. U kunt op werkdagen tussen 8.00 uur en 13.00 uur ook telefonisch contact opnemen met de afspraakcentrale via 088 125 00 00, kies in het keuzemenu voor optie 1.