Adrz

Deze folder geeft u meer informatie over prikaccident bron. Het is goed u te realiseren dat de situatie voor u persoonlijk anders kan zijn dan beschreven.

Een van de medewerkers van ons ziekenhuis is in contact gekomen met uw bloed. U bent daardoor ongewild de bron van een prikaccident.

Wat is een prikaccident?

Een prikaccident is een verzamelnaam voor verwondingen waarbij het mogelijk is dat de persoon die verwond is geraakt, besmet raakt met een bloedoverdraagbare aandoening, met name met hepatitis B, hepatitis C en hiv. Het gaat hierbij om prik-, snij-, bijt- of spatongevallen. Bij het ongeval moet er sprake zijn van bloedcontact. Dit is soms moeilijk te beoordelen. Bloedcontact door spatten van bloed of met bloed besmette materialen of vloeistoffen vindt alleen plaats als het bloed terecht komt op niet intacte huid of slijmvliezen van neus, mond of oog.

Meest voorkomende prikaccidenten

De onderstaande prikaccidenten komen het meeste voor:

  • Een ongeval waarbij de huid doorboord is met een scherp met bloedresten verontreinigd voorwerp. Bijvoorbeeld verwonding aan een gebruikte injectienaald of ander scherp instrument waar bloed aan zit.
  • Een situatie waarbij via een kapotte huid (wondje, kloof, eczeemplek) contact is met andermans bloed of met bloed verontreinigde lichaamsvloeistoffen. Bijvoorbeeld na een ongeval waarbij eerste hulp moet worden gegeven.
  • Een situatie waarbij in slijmvliezen van mond of in het oog bloedspatten komen van een ander. Bijvoorbeeld bij een ongeval.
  • Tijdens mond-op-mondbeademing waarbij er vrijgekomen bloed van de gewonde/zieke in contact komt met de slijmvliezen in de mond van de helper. Bijvoorbeeld bij een aangezichtsverwonding.
  • Door-en-door menselijke bijtwonden. Bijvoorbeeld bij verzet bij een arrestatie.

Mogelijke gevolgen

Hepatitis B, hepatitis C en hiv zijn alle drie virussen die via bloed overdraagbaar zijn naar een ander persoon. Het gemak waarbij deze overdracht plaats vindt is bij elke virusziekte verschillend en hangt van vele factoren af. Om een goede inschatting te kunnen maken van het gelopen risico op een besmetting zal de arts de situatie van het slachtoffer/de verwonde moeten beoordelen maar ook van de andere persoon (ook wel bron of bronpatiënt genoemd). Bij het slachtoffer bijvoorbeeld wordt er bekeken hoe diep de verwonding is, of waar de spatten terecht kwamen. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen laag en hoog risico op besmetting. Bovendien wordt gekeken of het slachtoffer is gevaccineerd tegen hepatitis B. De beoordeling en inschatting van het risico is vaak niet eenvoudig, daarom wordt in voorkomende gevallen extra overleg gepleegd. Afhankelijk van de situatie zal de arts het slachtoffer een voorstel doen voor eventuele behandeling. Als het prikaccident een reëel risico op overdracht heeft, is het van groot belang om te weten of u drager bent van deze virussen. Daarom vragen wij u dringend om bloed af te staan om dit te laten testen. Meer informatie hierover vindt u in de opname informatie en op de website van Adrz.

Wat wordt er van u gevraagd?

  • Een bloedafname voor het testen van uw bloed op hepatitis B, hepatitis C en hiv.
  • Als u weet/denkt drager te zijn, geeft u dit dan aan. Wij zullen deze gegevens dan opzoeken of met uw toestemming opvragen in een ander ziekenhuis. Indien deze gegeven niet beschikbaar zijn zouden wij de uitslag graag zelf bevestigen middels een nieuw onderzoek omdat het voor de eventueel behandeling van de verwonde zeer belangrijk is deze uitslag binnen enkele uren beschikbaar te hebben.
  • Het is uw recht als patiënt om over de uitslagen niet geïnformeerd te worden, en deze uitslagen voor u te laten afschermen in uw medisch dossier. Als u dit overweegt vragen wij u om hierover een gesprek te hebben met een van de internist-infectiologen, opdat u goed geïnformeerd bent wat deze keuze voor u zou kunnen betekenen.

Wat mag u verwachten?
Er zullen twee buisjes bloed bij u afgenomen worden (afhankelijk van uw situatie of de afdeling of bij het laboratorium). Of indien u onder narcose was tijdens het prikaccident, is dit onder narcose gedaan. Indien blijkt dat u drager bent van een van de virussen wordt u de komende werkdag gebeld door een internist-infectioloog met de uitslagen van uw bloedonderzoek. Hij/zij zal u informeren over het belang hiervan en zo nodig behandeling starten.

Wat zijn de nadelen voor u?
Er wordt bloed bij u afgenomen, hiervoor is het meestal nodig om u te prikken. In sommige gevallen kan bloed uit een infuusnaald worden verkregen of is dit reeds op de operatiekamer onder narcose gedaan.

Wat zijn de voordelen voor u?
U wordt getest op drie virussen. Als u drager hiervan zou zijn kunt u passend advies krijgen en mogelijk tijdigere
behandeling. Als u geen drager bent van de virussen, heeft u geen verder voordeel.

Waarom stellen wij uw medewerking op prijs?

  • Hiermee kan de verwonde medewerker mogelijk vaccinatie of preventieve behandeling met vervelende
    bijwerkingen bespaard worden.
  • Hiermee voorkomt u mogelijk dat een medewerker van het ziekenhuis een periode niet in zijn/haar beroep mag werken.

Aanvullende informatie betreffende de virussen

Overdracht hepatitis B

Hepatitis B is van de drie virussen het meest gemakkelijk overdraagbaar. Het hepatitis B-virus veroorzaakt een
leverontsteking waarbij de kans bestaat dat de besmette persoon het virus bij zich houdt, drager wordt. Als u in contact komt met bloed welke besmet is met hepatitis B, dan is de kans dat u hierdoor besmet wordt 25%. Men raakt dus gemakkelijk besmet.

U kunt met hepatitis B besmet worden door:

  • onveilige seks (seks zonder condoom);
  • uzelf te prikken met hepatitis B-besmette naalden;
  • ook heel gewone dingen, zoals gemeenschappelijk gebruik van tandenborstels of scheermesjes;
  • overdracht van geïnfecteerde moeder op kind tijdens de bevalling

Er bestaat een effectief en veilig vaccin tegen hepatitis B. Na geslaagde vaccinatie is er geen kans op overdracht van dit virus. Voor werknemers in de gezondheidszorg en anderen die een grotere kans hebben om in aanraking te komen met hepatitis B wordt aangeraden om zich te laten vaccineren. Als er een reële kans is op besmetting met hepatitis B en als de verwonde niet is gevaccineerd kan de kans op besmetting sterk verminderd worden door direct na het accident vaccinatie of een behandeling met humaan immunoglobuline (anti-HBV) te starten.

Over hepatitis B kunt u meer lezen in de folder ‘Hepatitis B’ van het Nationaal Hepatitis Centrum.

Hepatitis C

Hepatitis C wordt veroorzaakt door het hepatitis C-virus. Bij sommige risicogroepen zoals hemofiliepatiënten
(stollingsstoornis) en spuitende drugsgebruikers komt hepatitis C veel voor.

Besmetting kan plaats vinden door:

  • gemeenschappelijk gebruik van naalden ((ex)drugsgebruikers);
  • ‘hoog risico’ prikaccidenten;
  • medische zorg, rituele ingrepen ( besnijdenis), piercing en tatoeage in een land waar hepatitis C veel voorkomt;
  • overdracht van geïnfecteerde moeder op kind rond de bevalling.

Acute hepatitis C gaat in 80% van de gevallen over in een chronische vorm. Het virus blijft, vaak zonder duidelijke verschijnselen, in het lichaam aanwezig en kan op termijn leiden tot levercirrose (lever verlittekening) en leverkanker. Vaccinatie tegen hepatitis C is niet mogelijk. Als er een kans is geweest dat u besmet bent geraakt met het hepatitis C-virus, wordt er bloed bij u afgenomen om te kijken of de ziekte zich bij u ontwikkelt en zodra dit zeker is zal de arts mogelijk beginnen met het inzetten van een therapie. De kans op het oplopen van een besmetting met het hepatitis C-virus bedraagt bij een prikaccident aan een persoon die het virus bij zich draagt is twee procent.

Over hepatitis C kunt u meer lezen in de folder ‘Hepatitis C’ van het Nationaal Hepatitis Centrum.

Hiv

Hiv is een virus dat de menselijke eigen afweer tegen ziekteverwekkers verzwakt. Iemand met een hiv-infectie wordt op den duur bevattelijk voor infecties. Met het uitbreken van die infecties spreekt men van de ziekte aids. Iemand die besmet is met het hiv-virus wordt in medische termen hiv-positief of seropositief genoemd. Er zijn dan antistoffen in het bloed aanwezig. Als iemand hiv-positief is kan dit met de hiv-test worden aangetoond.

Besmetting kan plaats vinden door:

  • onveilige seks;
  • gemeenschappelijk gebruik van naalden ((ex)druggebruikers);
  • ‘hoog risico’ prikaccidenten;
  • overdracht van geïnfecteerde moeder op kind rond de bevalling.

Vaccinatie tegen hiv is niet mogelijk. De behandeling van hiv bestaat momenteel uit een combinatie van een aantal medicijnen, waarbij het virus niet wordt vernietigd maar wel het uitbreken van de ziekte Aids zoveel mogelijk wordt uitgesteld. Daarnaast is er uit onderzoek gebleken dat wanneer er een kans is geweest op overdracht van het hiv-virus het zinnig is om in ieder geval zo snel mogelijk en uiterlijk binnen 48 uur te starten met het innemen van aids-remmende medicijnen, om zo overdracht van het virus te blokkeren. Dit noemt men het PEP-protocol (Post Exposure Profylaxe). Deze aids-remmende medicijnen moeten gedurende een maand volgens vast schema worden ingenomen.

Als er een aannemelijke kans is geweest dat u in contact bent geweest met het hiv-virus, zal de arts aanbevelen om direct te starten met het innemen van aids-remmende medicijnen. Het is belangrijk om snel te achterhalen of de bron het hiv-virus bij zich draagt. De kans dat iemand besmet wordt met het hiv-virus bedraagt bij een prikaccident aan een persoon die het virus bij zich draagt 0,3%. Dit betekent dat er goed overwogen moet worden of het werkelijk noodzakelijk is om met PEP te starten.

Contact

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen of ontstaan er na de behandeling onverhoopt problemen waarover u zich zorgen maakt, dan kunt u bellen naar met poli Interne Geneeskunde tijdens kantoortijden of daarbuiten met de balie van de Spoedeisende Hulp. Buiten werktijden kunt u bellen naar de Afspraakcentrale van Adrz via 088 125 00 00. Zij verbinden u door met de betreffende afdeling.

Wilt u een afspraak maken, annuleren of verzetten? Neem dan contact op met de Afspraakcentrale via 088 125 00 00 of via het contactformulier