Deze folder geeft u informatie over direct werkende orale anticoagulantia (DOAC’S). Het is goed u te realiseren dat voor u persoonlijk, de situatie anders kan zijn dan beschreven.
Uw arts heeft u een DOAC voorgeschreven. Dit medicijn wordt voorgeschreven wanneer u een vorm van trombose heeft (doorgemaakt). Of u heeft een verhoogd risico op het ontwikkelen van trombose door bijvoorbeeld een boezemfibrilleren (een hartritmestoornis).
Antistollingsmedicijnen zoals DOAC’s zorgen dat uw bloed minder snel stolt. Hierdoor neemt de kans op trombose af en zorgen de medicijnen dat er geen nieuwe stolsels gemaakt worden. Het antistollingsmedicijn lost het stolsel niet op, dit doet het lichaam zelf en duurt enkele weken tot maanden.
Uit onderzoek is gebleken dat DOAC’s even goed werken als antistollingstabletten (bloedverdunners) van de Trombosedienst (acenocoumarol en fenprocoumon). Door de stabiele werking van de DOAC’s vervalt de INR-controle bij de Trombosedienst en wordt er dagelijks een vaste dosering ingenomen.
Niet iedereen komt in aanmerking voor een DOAC. Mensen met een kunsthartklep of slechte nierfunctie krijgen deze medicijnen doorgaans niet voorgeschreven. Het is dan ook belangrijk om elk jaar de nierfunctie te controleren als u DOAC’s gebruikt.