Liever post digitaal ontvangen? Bekijk hier de instructie!

Deze folder geeft u informatie over prikinstructie injecteren van EPO. Het is goed u te realiseren dat de situatie voor u persoonlijk anders kan zijn dan beschreven.

Instructies injecteren EPO

Stap 1

Was uw handen met water zeep

Stap 2

Controleer de kant-en-klare injectiespuit op intacte verpakking, juiste dosering en houdbaarheidsdatum.

Stap 3

Leg de spuit en naaldencontainer op een schoon en vlak oppervlak.
De naaldencontainer is verkrijgbaar via uw eigen apotheek.
Laat de spuit 30 minuten liggen om op kamertemperatuur te komen en laat daarbij de beschermhuls zitten.

Opmerking
Als de spuit niet op kamertemperatuur wordt gebracht, kan de injectie onaangenaam aanvoelen en kan het lastig zijn om de zuiger omlaag te drukken.

Stap 4

Trek de rubberdop van het eind van de spuit af. Raak het uiteinde van de spuit niet aan. Duw niet op of trek niet aan de zuiger (zie afbeelding 1).

Bevestig de naald op de spuit. Houd de spuit vast en druk de naald op de spuit (zie afbeelding 2).

Draai voorzichtig totdat de naald er volledig op zit. Leg de spuit op een schoon en vlak oppervlak totdat deze gebruikt wordt (zie afbeelding 3).

Stap 5

De aanwezige luchtbel in de injectiespuit niet verwijderen; deze zorgt ervoor dat alle vloeistof wordt geïnjecteerd. Na volledige injectie zal deze luchtbel de ruimte in de naald opvullen zodat alle werkzame stof toegediend wordt. De lucht die in de spuit aanwezig is, kan geen schade aanbrengen.

Stap 6

Kies een injectieplaats (zie afbeelding 4):

  • De aanbevolen injectieplaatsen zijn de bovenkant van uw dij of de onderkant van uw buik onder de navel.
  • Injecteer niet binnen 5 cm rond uw navel.
  • Kies voor elke injectie een andere injectieplaats.
  • Injecteer niet in moedervlekken, littekens, blauwe plekken of gebieden waar de huid gevoelig, rood, hard of niet intact is.
  • De huid op de injectieplaats dient schoon te zijn maar hoeft niet ontsmet te zijn.

Stap 7

De huid op de injectieplaats dient schoon te zijn maar hoeft niet ontsmet te zijn.

Stap 8

Steek de naald loodrecht in de huid in het onderhuidse weefsel.

Stap 9

Injecteer langzaam de voorgeschreven dosis door voorzichtig de zuiger geheel in te duwen. Inclusief het luchtbelletje.

Stap 10

Laat de naald 5 seconden in de huid zitten om te voorkomen dat er vloeistof terugloopt.

Stap 11

Trek de naald met één beweging uit de huid.

Afronding

Stap 12

Beweeg de naaldbeschermer 90° naar voren, weg van de spuit (A).

Stap 13

Houd de spuit met één hand vast, duw de naaldbeschermer naar beneden tegen een plat oppervlak met een snelle, krachtige beweging totdat u een ‘klik’ hoort (B).

  • Wanneer u geen klik hoort, kijk dan of de naald compleet afgeschermd wordt door de naaldbeschermer.
  • Houd uw vingers altijd achter de naaldbeschermer en weg van de naald.

Stap 14

Gooi uw spuit na gebruik onmiddellijk weg in een naaldcontainer. Een volle emmer klikt u dicht en levert u in bij uw apotheek.

  • Probeer de gebruikte injectienaald niet van de gebruikte spuit af te halen.
  • Plaats de beschermhuls niet terug op de naald.
  • Gooi de spuit niet in de vuilnisbak.