Nieuw! Luister nu aflevering 4: Zorg voor kanker van onze podcastserie Zorgopname!

Wij geven u informatie over de voorbereiding op de heupoperatie, de operatie zelf en de nabehandeling. Het is goed om u te realiseren dat de situatie voor u anders kan zijn dan beschreven.

Het stellen van de diagnose heupartrose begint bij het bespreken van uw klachtenpatroon en ziektegeschiedenis en het doen van lichamelijk onderzoek. Röntgenfoto’s zijn nodig om vast te stellen in welke mate het kraakbeen beschadigd is en om een mogelijke oorzaak vast te stellen. In de meeste gevallen zijn deze stappen voldoende om de diagnose ‘heupartrose’ te stellen. In specifieke situaties kan het voor uw behandelend arts noodzakelijk zijn om andere onderzoeken af te spreken om tot een goede diagnose te komen, zoals:

  • MRI-scan
  • Botscan
  • Heupmarcaïnisatie (injecteren van een verdoving in het heupgewricht)
  • Bloedonderzoek

Artrose kan helaas nog niet worden genezen, maar er bestaan gelukkig behandelingen om de klachten te verlichten of tijdelijk te doen afnemen. Dit kan bijvoorbeeld door het gebruik van ontstekingsremmers (bijvoorbeeld diclofenac, ibuprofen) of een loophulpmiddel.

Operatief kan besloten worden tot het plaatsen van een kunstheup (THP: totale heupprothese). Het plaatsen van een kunstheup is een operatie die veelvuldig gedaan wordt en waarmee uw behandelend orthopedisch chirurg veel ervaring heeft. Bij voorkeur wordt een kunstheup geplaatst bij patiënten ouder dan 60 jaar. Het kan echter voorkomen dat mensen jonger dan 60 jaar worden geopereerd. Dit is afhankelijk van de ernst van de klachten en de mate van artrose en vindt na goed overleg tussen u als patiënt en uw behandelend orthopedisch chirurg plaats.

Voor de heupoperatie

Heupprothese

De totale heupprothese bestaat uit een steel met kopje in het dijbeen en een kom in het bekken. Er zijn twee methodes van fixaties.

Ongecementeerde prothese

In Adrz krijgt u in de meeste gevallen tot een leeftijd van 75 jaar een ongecementeerde heupprothese. De steel van deze heupprothese wordt bij de operatie klemvast in het bot gebracht waardoor de prothese direct na de operatie al belastbaar is. De prothese heeft een geribbeld oppervlak (coating) waar het bot in kan groeien zodat de prothese blijvend vast gaat zitten. De kom vervangt de eigen kom en is gemaakt van metaal met daarin een keramische of plastic bekleding. Hetplastic dat gebruikt wordt (hoogmoleculair gewicht polyethyleen), is zo stevig en glad dat er heel weinig wrijving en slijtage optreedt.

Gecementeerde prothese

Bij patiënten vanaf 75 jaar wordt in de regel gekozen voor het vastzetten van de heupprothesemiddels het gebruik van botcement. Deze methode valt te verkiezen als het bot brozer is of als de vorm van de heup niet geschikt is voor een ongecementeerde prothese.

Er bestaat voor u als patiënt geen verschil in de nabehandeling bij beide methodes.

Voorbereiding

Het besluit om een heupprothese te plaatsen, moeten u en uw orthopedisch chirurg gezamenlijk nemen en alleen nadat u zich goed geïnformeerd heeft over de ingreep. Als het besluit om te opereren eenmaal genomen is, zijn er verschillende dingen die gedaan moeten worden. U krijgt op de polikliniek een Persoonlijke Informatie Map (PIM) mee en twee afspraken.

Afspraak 1

Voor de opname in het ziekenhuis krijgt u een Pre-Operatieve Screening (POS). De vragenlijst uit uw informatiemap moet u ingevuld meebrengen. Op de POS-poli spreekt u een medewerker van het Apotheek Service Punt, die uw medicijngebruik heeft opgevraagd bij uw eigen apotheek en dat met u doorneemt. Hierna wordt u onderzocht door de anesthesioloog of de anesthesiemedewerker.

Soms volgt nog een verwijzing naar de internist, de longarts of de cardioloog. U krijgt een lichamelijke screening, bestaande uit een lichamelijk onderzoek, bloedonderzoek en zo nodig een hartfilmpje (ECG).De operatie gebeurt onder plaatselijke verdoving (ruggenprik) of onder algehele narcose. Plaatselijke verdoving kan worden gecombineerd met een slaapmiddel (roesje), waardoor u weinig of niets van de operatie merkt.

De anesthesioloog bespreekt met u uw voorkeur. Uw medische conditie is bepalend voor planning van de ingreep in Vlissingen of in Goes. Aansluitend hieraan bezoekt u een medewerker van Bureau Opname die, wanneer u ‘goedgekeurd bent’, samen met u de operatiedatum plant. Indien er nog nader onderzoek noodzakelijk is, vindt de planning na afronding hiervan plaats en wordt u gebeld voor overleg over de operatiedatum.

Afspraak 2

Dit is een groepsvoorlichting die verzorgd wordt door een fysiotherapeut en een instructieverpleegkundige. De instructieverpleegkundige is een ervaren verpleegkundige met orthopedie als aandachtsgebied.In deze bijeenkomst krijgt u informatie over

  • Verdoving/pijnbestrijding
  • Heupoperatie
  • Het verblijf in het ziekenhuis en nazorgmogelijkheden
  • Fysiotherapie

De voorlichtingsbijeenkomst wordt afgesloten met een vragenronde. Het is verstandig om al uw vragen voorafgaand aan deze afspraak op te schrijven en mee te nemen. Indien mogelijk is het beter om met zijn tweeënte komen, gezien de hoeveelheid informatie die u krijgt.

De heupoperatie

Opname

U wordt de dag van de operatie ’s ochtends opgenomen op de verpleegafdeling. Voor uw verblijf in het ziekenhuis is het verstandig naast toiletartikelen en nachtkleding ook makkelijk zittende kleding mee te nemen, vooral een ruime broek. Tevens zijn pantoffels en stevige maar niet al te strakke schoenen nodig. Ook krukken, een lange schoenlepel en een zogenaamde grijphand of ‘helping hand’ zijn handig om bij u te hebben. Deze kunt u lenen,huren of kopen bij de thuiszorgwinkel bij u in de buurt.

Operatie

Het heupgewricht kan op verschillende chirurgische manieren worden benaderd. In het Adrz maken we gebruik van de achterste (posterolaterale) benadering van de heup. Dat wil zeggen dat de huidsnede aan de zij/achterkant van de heup gemaakt wordt. Dit is wereldwijd de meest gebruikte benadering waarbij het heupgewricht het beste te overzien is en er nauwelijks spierschade optreedt. Een goed overzicht biedt de beste garantie voor een goede positionering van de componenten.

De orthopedische heupchirurgen van Adrz hebben allen een ruime ervaring met deze manier van opereren. Het litteken is per patiënt verschillend en is gemiddeld 10 tot 15 cm lang. Als het heupgewricht eenmaal open is, wordt de heup uit de kom gedraaid waarna de heupkop wordt afgezaagd. De kom wordt met speciale apparatuur op maat gefreesd voor de bekkencomponent [1]. Nadat de kom voorbereid is, wordt bij de ongecementeerde heup de metalen kom klemvast ingeslagen in het bekken. Hierna wordt een keramiek (porselein) inlay in de metalen kom geplaatst. Met speciale raspen wordt vervolgens ruimte gemaakt in de mergholte van het bovenbeen [2]. Wanneer de grootte en vorm naar wens zijn, wordt de steel in het gemaakte kanaal ook klemvast ingebracht. Als laatste wordt een keramische kop op de steel geplaatst. Deze hebben verschillende lengtes om een goede stabiliteit te waarborgen.

Bij een gecementeerde heup zijn de stappen hetzelfde maar wordt gebruik gemaakt van botcement voor de fixatie van de componenten in het bot. Soms wordt bij het sluiten van de wond een wonddrain geplaatst. De wond wordt in lagen gesloten. De huid wordt dichtgemaakt met oplosbare hechtingen en daarna wordt de wond verbonden met een absorberende pleister en wordt u naar de uitslaapkamer gebracht.Om de kans op infecties zo klein mogelijk te maken, krijgt u direct antibiotica toegediend tot 24 uur na de operatie.

De gemiddelde operatieduur van het plaatsen van een kunstheup is ruim een uur. Indien de orthopedisch chirurg ervoor kiest om de kunstheup te fixeren met cement is de gemiddelde operatieduur ongeveer 75 minuten. De extra tijd is nodig om het cement, waarin de prothese wordt geplaatst, te laten uitharden.

Na de heupoperatie

Recovery

Na de operatie gaat u naar de uitslaapruimte (recovery), waar u intensieve bewaking en controle krijgt. Sommige patiënten zijn na de ingreep wat misselijk. Wanneer u dat overkomt, geeft u dat dan tijdig aan bij het personeel zodat er iets aan kunnen doen. Als u voldoende hersteld bent, gaat u naar de verpleegafdeling. U moet er rekening mee houden dat u enkele weken pijn kunt hebben, maar u krijgt hiertegen goede pijnstillers.

Rond de operatie krijgt u een infuus voor toediening van vocht. De verpleegkundige controleert regelmatig de hoeveelheid urine in uw blaas met een zogeheten bladderscan.U krijgt na de operatie gedurende 4 weken een onderhuidse injectie Fraxiparine om trombose (stolselvorming in de bloedvaten) te voorkomen. Als u bloedverdunners viade trombosedienst krijgt, geldt dat u uw eigen tabletten kunt gebruiken. Dit wordt 1 à 2 dagen na de operatie herstart in overleg met uw arts. Daarnaast krijgen u in dit geval ook dagelijks een onderhuidse injectie (Fraxiparine) tot de bloedwaarden weer zoals gewenst zijn. Dit geeft de arts dan bij de trombosedienst aan.

Mobiliseren (bewegen)

Op de dag van de ingreep zelf begint u in principe meteen al met revalideren samen met de fysiotherapeut en de verpleegkundige. De oefeningen worden in de loop van uw verblijf opgebouwd. In het begin leert u lopen met een looprekje, snel daarna met krukken. De fysiotherapeut laat zien wat de beste manier is om in en uit bed te stappen en hoe u het beste kunt gaan liggen, zitten, opstaan en traplopen.

Het is belangrijk om deze adviezen ter harte te nemen omdat zij de kans op eventuele complicaties kunnen verminderen. In overleg met de fysiotherapeut wordt gekeken met welke hulpmiddelen u het veiligst kunt mobiliseren en revalideren. U krijgt naast loopoefeningen het advies om uw enkel en knie te bewegen om de zwelling in het been te helpen verminderen. Uit onderzoek is gebleken dat een snel opgebouwde revalidatie (Fast Trackprogramma) de kans op complicaties vermindert.

Na de operatie wordt ter controle een röntgenfoto van de heup gemaakt en het bloedgehalte bepaald. Op de afdeling wordt ’s morgens vroeg visite gelopen door een orthopedisch chirurg (vaak niet degene waardoor u bent geopereerd) of door de physician assistant samen met een verpleegkundige.

Afhankelijk van het tijdstip van de ingreep en de vlotheid van herstel kunt u een à twee dagen na de operatie aan het einde van de middag met ontslag. Dit lijkt snel, maar de ervaring leert dat dit meestal goed kan. Daarbij is al voor de opname door de instructieverpleegkundige een inschatting gemaakt of aanvullende zorg nodig is. Eventueel is het mogelijk om tegen een beperkte eigen bijdrage nog enkele dagen te verblijven in een zorghotel.

Gemiddeld genomen kunnen patiënten zes weken na de operatie lopen zonder krukken/hulpmiddelen. Na ongeveer twee tot drie maanden kunnen patiënten weer fietsen en autorijden. U wordt geadviseerd te wachten met autorijden totdat u voldoende controle heeft over uw been om goed te kunnen reageren in noodsituaties. De fysiotherapie wordt zo nodig thuis voortgezet. Het duurt een half jaar tot een jaar voordat uw heupgewricht, het kapsel en de spieren volledig hersteld zijn.

Leefregels

U dient zich te houden aan de volgende leefregels:

  • Ga bij voorkeur zitten op een hoge stoel met armleuningen.
  • Was u bij voorkeur aan de wastafel. U mag zich douchen zonder pleister zodra de wond droog is. Wij raden u af om te baden in een ligbad.
  • Ga niet met uw knieën over elkaar zitten.
  • Bij het oprapen van voorwerpen van de grond kunt u gebruik maken van een ‘helpende hand’. Deze is verkrijgbaar bij een thuiszorgwinkel.
  • Probeer te voorkomen dat u uw lichaam draait, terwijl uw gewicht op het geopereerde been rust. Bijvoorbeeld wanneer u plotseling wilt omkijken.

Wij adviseren u om de eerste zes weken na de operatie op uw rug te slapen. Na deze periode kunt u op de geopereerde zijde liggen. Mocht u op een andere zijde willen liggen dan adviseren wij u een kussen tussen de knieën te leggen. Gebruik bij het traplopen één kant van de trapleuning. Naar boven: eerst het gezonde been, dan het geopereerde been en de kruk op dezelfde trede zetten. Naar beneden: eerst de kruk, dan het geopereerde been en daarna het gezonde been ernaast zetten. Probeer uw loopafstand geleidelijk te vergroten.

Ontslag

Normaal gesproken kunt u een à twee dagen na de operatie naar huis. Het zelfstandig in en uit bed komen en traplopen zijn een vereiste. Er kan thuiszorg geregeld worden als blijkt dat u hiervoor in aanmerking komt en dit nodig is. Voor sommige patiënten kan het noodzakelijk zijn om tijdelijk in een zorghotel te verblijven voor verdere revalidatie of voor hulp in de dagelijkse verzorging. Twee weken na de operatie heeft u een afspraak op poli voor wondcontrole, dit is meestal bij de physician assistant.

U krijgt vier weken één keer per dag onderhuidse injecties om bloedproppen in de bloedvaten (trombosebeen en/of longembolie) te voorkomen. Deze injecties kunt u zelf of door uw partner laten toedienen. Verder krijgt u bij het ontslag pijnstillers voorgeschreven. Het is belangrijk om te weten dat u ondanks de pijnstillers die u krijgt de eerste weken na de operatie wel degelijk pijn kunt voelen. Deze pijn moet echter wel draaglijk voor u zijn. U komt 12 weken na de operatie ter controle op de poli orthopedie.

Ondanks alle zorg die aan de operatie wordt besteed, zijn complicaties soms niet te voorkomen. We kunnen complicaties onderverdelen in algemene en specifieke complicaties. De kans op complicaties ligt rond de 1 tot 5%.

Complicaties

Algemene complicaties

  • Nabloeding van de operatiewond
  • Ontstaan van een hematoom (bloeduitstorting)
  • Trombose. Om dit risico te verkleinen, krijgt u gedurende vier weken injecties met de bloedverdunner Fraxiparine om vorming van bloedstolsels in de bloedvaten tegen te gaan
  • Urineweg- en longweginfecties

Specifieke complicaties

Infectie van de heupprothese of het gebied eromheen

Een infectie wordt veroorzaakt door bacteriën. Om deze kans te reduceren, wordt tijdens de operatie onder strikt steriele omstandigheden gewerkt en wordt vlak voor de operatie en de eerste dag daarna een antibioticum toegediend via het infuus. Mocht onverhoopt binnen zes weken toch een infectie ontstaan, dan wordt dit een ‘vroege infectie’ genoemd. U wordt dan opnieuw in het ziekenhuis opgenomen waarbij de wond in de operatiekamer open wordt gemaakt en de heupprothese grondig wordt gespoeld. Tevens worden tijdens deze operatie kweken afgenomen om te kijken welke bacteriën verantwoordelijk zijn voor de infectie. Het is daarom van belang om voor deze operatie geen antibiotica in te nemen om betrouwbare kweken te krijgen.

Als de infectie vroegtijdig wordt opgespoord en herkend, bestaat er een kans van ruim 85% dat na behandeling de kunstheup behouden kan worden. Indien een infectie langer dan zes weken na de operatie optreedt zonder eerdere wond-en genezingsstoornissen wordt dit een ‘late infectie’ genoemd. Een late infectie ontstaat vaak door een ontsteking elders in het lichaam die door de bloedbaan vervoerd wordt naar de heupprothese.

Indien de infectie niet goed onder controle te krijgen is, kan het noodzakelijk zijn om de prothese te verwijderen. Gelukkig komt dit zeer zelden voor.

Luxatie

De kop van de kunstheup schiet na een verkeerde beweging uit de kom. De kans hierop is de eerste drie maanden na de operatie het grootst. U dient zich daarom goed aan de bewegingsinstructies te houden en tijdens de revalidatie hier goed op te letten. Een luxatie gaat gepaard met heftige pijn waarbij u niet op het been kunt staan. Uw heupgewricht moet in het ziekenhuis in de kom worden gezet.

Beenlengteverschil

Het is mogelijk dat na de operatie een beenlengteverschil aanwezig is, meestal is er sprake van verlenging van het geopereerde been. Na drie maanden is dit pas goed te beoordelen, daarvoor is er door stramme spieren vaak gevoelsmatig een groter verschil dan er daadwerkelijk is. Soms kan het noodzakelijk zijn om tijdens de operatie het te opereren been iets te verlengen. Dit geeft de heup meer stabiliteit en zorgt voor minder luxaties zoals hiervoor is beschreven. Een beenlengteverschil van 1 tot 1,5 cm is goed met een aanpassing in de schoen te corrigeren.

Zenuwbeschadiging (verlamming van het been)

Er is een zeer kleine kans dat tijdens de operatie een zenuw uit uw bil uitgerekt of beschadigd wordt. Hierdoor kan een geheel of gedeeltelijk gevoelloos of verlamd onderbeen met een klapvoet ontstaan. Deze zenuwuitval is meestal van tijdelijke aard, uiterst zelden blijvend.

Vroegtijdige loslating van de heupprothese

De levensduur van een prothese is afhankelijk van verschillende factoren. De gemiddelde levensduur van een heupprothese is 15 tot 20 jaar. De overleving hangt af van eventuele complicaties na de operatie en de intensiteit van gebruik van de nieuwe heup. Bij jonge, actieve patiënten is de kans op vroegtijdige slijtage en loslating in het algemeen het grootst.

Deze patiënten hebben dan ook baat bij de door ons gebruikte, zeer slijtvaste keramiek op keramiek heupprothese. Afhankelijk van het probleem met uw kunstheup kan in overleg met de orthopedisch chirurg besloten worden om de kunstheup of delen daarvan te vervangen.

Contact na de heupoperatie

In de volgende gevallen dient u contact op te nemen:

  • Als de wond langer dan 5 dagen blijft lekken of rood wordt
  • Als de wond dik wordt en/of meer pijn gaat doen
  • Als u niet meer op het been kunt staan, terwijl dit tevoren goed mogelijk was
  • Als u koorts krijgt (> 38,5°)
  • Bij verdenking trombosebeen: een dikke gespannen pijnlijke kuit
  • Als u na een ruggenprik hoofdpijn heeft die toeneemt bij het staan/zitten en afneemt als u gaat liggen

De kans op infectie blijft, ook in de toekomst, bestaan. U moet bij een infectie elders in het lichaam uw behandelend (tand)arts van tevoren inlichten dat u een kunstheup heeft. Uw behandelend (tand)arts is dan in staat om in te schatten of het noodzakelijk is om direct voor en direct na de behandeling antibiotica te geven. U krijgt deze antibiotica om de kunstheup te beschermen tegen een mogelijke infectie via de bloedbaan. Neemt u bij twijfel contact op met de poli orthopedievan het Adrz,zodat wij u van informatie kunnen voorzien.

Tijdens kantooruren kunt u het algemene nummer bellen: 088 125 00 00. Buiten kantooruren kunt u bellen met de Spoedeisende Hulp: 088 125 42 50. Voor meer informatie kunt u onze website raadplegen.

Veelgestelde vragen

Wanneer mag de wond nat worden, zoals tijdens douchen?

U mag in principe twee tot drie dagen na de operatie weer douchen op voorwaarde dat de wond droog is. Laat de pleister, als deze goed vastzit en niet verzadigd is, wel zitten tijdens het douchen. Als de wond toch nat wordt, laat deze dan drogen aan de lucht. Het is niet toegestaan een bad te nemen in de eerste veertien dagen. Eerst moet de wond goed genezen zijn (zonder lekkage).

Is de wond compleet genezen dan mag de heup ondergedompeld worden. Dit is vaak drie tot vier dagen na het verwijderen van de hechtingen

Hoe lang moet ik bloedverdunners gebruiken?

Gedurende vier weken krijgt u spuitjes (Fraxiparine®) tegen trombose (opstopping van een bloedvat in uw lichaam, zoals trombosebeen of longembolie). Wanneer u vanwege medische redenen Sintrom (acenocoumarol) of fenprocoumon (Marcoumar) gebruikt, is Fraxiparine alleen kortdurend nodig. De trombosedienst regelt dit verder met u. Dit geldt ook voor NOAC’s (nieuwe orale anticoagulantia).

Hoe lang heb ik pijnmedicatie nodig?

Het is niet ongebruikelijk om gedurende enkele weken pijnstillers te gebruiken. In eerste instantie is het vaak noodzakelijk om morfine(achtige) tabletten in te nemen. Na een maand hebben de meeste mensen genoeg aan paracetamol met zo nodig een ontstekingsremmer. Volg de adviezen die u van uw orthopeed meekrijgt.

Wanneer mag ik weer fietsen?

Gedurende het herstel wordt u begeleid door uw fysiotherapeut. Hij of zij laat u op een hometrainer oefenen om de spieren rondom uw heup weer sterk te maken. Het fietsen op een normale fiets en deelnemen aan het verkeer vereisen een aantal zaken: uw vertrouwen om weer veilig te kunnen deelnemen aan het verkeer en het veilig op en af te kunnenstappen zonder daarbij schade aan u zelf en uw nieuwe heup op te lopen. Mocht u, na overleg met uw fysiotherapeut, aan deze voorwaarden voldoen dan wensen wij u nog vele plezierige fietskilometers.

Wanneer kan ik weer autorijden/reizen/werken?

Autorijden

Zodra u niet meer afhankelijk bent van verdovende medicijnen (morfineachtige pijnstillers) en voldoende controle heeft over uw geopereerde been mag u weer autorijden. Dit is meestal het geval als u zonder hulpmiddelen een trap op en af kunt lopen. Het blijft uw eigen verantwoordelijkheid.

Reizen

U mag reizen zo gauw u denkt dit aan te kunnen. Het is aanbevolen om minimaal één keer per uur te rekken of te lopen tijdens lange reizen. Dit is belangrijk om de kans op trombose te verkleinen.

Werken

Dit hangt af van uw beroep. Doet u veel/weinig fysiek werk, heeft u de mogelijkheid tot afwisselen met zitten en lopen. Uw bedrijfsarts besluit dit doorgaans samen met u. Over het algemeen kunt u na ongeveer vier weken weer aan het werk indien u vooral zittend werk doet. Als u intensiever werk doet kan het tot drie maanden duren voordat u weer volledig inzetbaar bent. Bij sommige mensen kan het korter maar ook langer duren

Welke activiteiten zijn toegestaan na de operatie?

U kunt de meeste activiteiten hervatten zo gauw u denkt dit aan te kunnen en in overleg met uw fysiotherapeut. Sommige activiteiten dragen bij aan het herstel van uw heup, bijvoorbeeld zwemmen en fietsen. Hardlopen en springen, zoals bij tennis, voetbal, volleybal en squash, zijn activiteiten waarbij uw heupen veel klappen/schokken te verduren krijgen. Het advies is deze activiteiten niet (meer) te doen. Het is en blijft een kunstgewricht. Ook al heeft u misschien geen pijn meer bij het uitvoeren van eerdergenoemde activiteiten er bestaat een risico dat dit kan leiden tot schade van de prothese met gevolgen voor de langere termijn. U kunt uw prothese vergelijken met een auto: rijdt u regelmatig 200 km/u dan slijt de motor eerder waardoor u vroegtijdig in aanmerking komt voor een revisie(herstel) operatie. Houdt u zich aan de adviessnelheid dan slijt de motor minder snel en kunt u langer genieten van uw prothese.