
Veiligheid voelen om meldingen te kunnen doen
We zijn trots op onze open meldcultuur en het feit dat medewerkers de veiligheid voelen meldingen te kunnen doen. Het geven van openheid in de calamiteitenonderzoeken voelt voor ons niet als een verplichting, maar als een manier waarop we onze opgedane kennis en ervaringen ook met andere ziekenhuizen kunnen delen.
Lisette te Velde, lid raad van bestuur Adrz: ‘Ons streven is zoveel mogelijk onverwachte gebeurtenissen in de zorg met elkaar te bespreken. In de relatie patiënt-zorgverlener bestaan veel risicomomenten. De uitkomst heeft helaas niet altijd het gewenste resultaat. Het is dan belangrijk dat we de tijd nemen om terug te blikken of en wat er beter had gekund. Dit doen wij door de vermeende calamiteiten in een daarvoor speciaal opgeleide groep zorgprofessionals te bespreken en een uitgebreide analyse en rapportage te maken. Deze rapportage delen wij vervolgens met de patiënt en de innspectie. Over verslagjaar 2018 zijn 14 meldingen gedaan bij de IGJ, waarvan er uiteindelijk 8 voldoen aan de definitie van een calamiteit.’
Belangrijke rol cliëntenraad
Onze cliëntenraad heeft een belangrijke rol bij het behandelen van calamiteiten. Over het melden van calamiteiten zeggen zij het volgende: ‘De cliëntenraad vindt het van groot belang dat bij een vermeende calamiteit zorgvuldig en transparant wordt gecommuniceerd met de patiënt en familie of nabestaanden. De raad van bestuur heeft de cliëntenraad gevraagd om in dat proces een zelfstandige en onafhankelijke rol te vervullen. De raad heeft zich bereid verklaard die rol op zich te nemen in de wetenschap dat Adrz zich hiermee zich op dit moment in positieve zin onderscheidt van veel andere ziekenhuizen.
Inmiddels kan over een periode van een jaar een eerste balans opgemaakt worden en die is positief. De behandeling van calamiteiten in Adrz kenmerkt zich door een grote bereidheid tot het kritisch analyseren van het proces dat aan de vermeende calamiteit is voorafgegaan. Ook is daarbij een hoge mate van persoonlijke betrokkenheid vast te stellen bij artsen en overige medewerkers. De bejegening van patiënt, familie of nabestaanden is respectvol. Wat opvalt is dat door hen in nagenoeg alle gevallen de aanwezigheid van een vertegenwoordiger van de cliëntenraad op prijs wordt gesteld.’