Nieuw! Luister nu aflevering 4: Zorg voor kanker van onze podcastserie Zorgopname!

Het normale tijdstip van bevallen ligt tussen de 37 en 42 weken, dus drie weken vóór de uitgerekende datum en twee weken erna. Het verloop van de bevalling is afhankelijk van veel factoren en zal bij iedereen weer anders verlopen. Als u voor de eerste keer bevalt, is de bevalling vaak zwaarder en duurt het langer. Bij alle volgende bevallingen kan het een stuk vlotter verlopen.

Weeën

Veruit de meeste bevallingen starten met het optreden van weeën. In het begin zit vaak een langere tijd tussen de weeën. Gaandeweg wordt de tijd tussen de weeën korter en komen ze vaker op elkaar. Naast de frequentie zal ook de kracht en de duur van een wee toenemen. Een krachtige wee duurt meestal ongeveer 50 tot 60 seconde. Bij het klokken van de frequentie van de weeën reken dan altijd van het begin van de ene wee tot het begin van de andere wee. Heeft u bijvoorbeeld gedurende één minuut een wee, daarna twee minuten pauze, en dan start van de volgende wee? Dan noemen we dat ‘weeën om de drie minuten’.

Vruchtwater

Bij slechts 10% van de vrouwen begint de bevalling met het breken van de vliezen en het verliezen van vruchtwater. Het grootste deel van de vrouwen krijgt daarna binnen 24 uur ook weeën. De kleur van vruchtwater is een beetje troebel wit, of soms roze (dan zit er een beetje bloed in). Dit noemen we “helder vruchtwater”. Heeft het een groene kleur dan zou de baby in het vruchtwater gepoept kunnen hebben en dit noemen we “meconiumhoudend vruchtwater”. Het is belangrijk dat u dit doorgeeft aan de verloskundige. Bij veel vrouwen breken de vliezen niet vanzelf en zullen zij tijdens de ontsluiting door de verloskundige worden doorgeprikt.

Ontsluiting

Bij een eerste bevalling is de baarmoedermond nog stugger en gaat daardoor minder makkelijk open dan bij een volgende bevalling. De weeën maken dan de baarmoedermond eerst soepeler en dunner. Hoe snel het gaat, hangt ook af van de weeën. Als die sterker zijn en vaker komen, gaat de bevalling sneller. De eerste centimeters van de ontsluiting gaan meestal langzamer dan het laatste stukje ontsluiting. Bij 10 centimeter heeft u volledige ontsluiting waarna u mag persen.

Uitdrijvingsfase

Nadat volledige ontsluiting (10 centimeter) is bereikt, kunt u de baby naar buiten persen. De meeste vrouwen ervaren dan tijdens de weeën een niet-tegen-te-houden-persdrang. Het hoofdje van de baby zal tijdens de uitdrijving steeds dieper in het bekken komen te liggen en uiteindelijk geboren worden. De uitdrijvingsfase duurt bij een eerste baby is gemiddeld 30 tot 90 minuten (maximaal 2 uur). En bij een volgende baby  1 tot 30 minuten (maximaal 1 uur.)

Nageboortetijdperk

Na de geboorte van de baby volgt de moederkoek (placenta). Door samentrekkingen van de baarmoeder raakt de placenta los van de baarmoederwand. Met een beetje mee persen door de moeder komt de placenta vaak binnen 30 minuten na de geboorte van de baby ook naar buiten.