Adrz

Deze folder geeft u meer informatie over Continu Glucose Monitoring (CGM). Het is goed u te realiseren dat de situatie voor u persoonlijk anders kan zijn dan beschreven.

CGM staat voor Continue Glucose Meting. Hierbij wordt continu de glucosewaarde in uw bloed gemeten door middel van een sensor.

Wat is CGM?

Bij CGM draagt u een glucosemonitor (sensor) op uw lichaam. Het sensornaaldje dat hieraan vastzit, meet iedere vijf minuten uw glucosewaarden. Het systeem bestaat uit een sensor, zender en ontvanger. De sensor wordt met behulp van een minuscule naald (zo dik als een haar) onderhuids ingebracht (meestal op de buik of arm). Afhankelijk van het merk kan een sensor zes tot tien dagen in de huid blijven zitten. De sensor is verbonden met een zender op de huid, die informatie stuurt naar de ontvanger. Op het display van de ontvanger wordt de glucosewaarde afgebeeld. Stijgt of daalt de bloedsuiker te snel, dan geeft de ontvanger een alarm (geluid of trilling) af.

Meestal wordt CGM ingezet voor mensen die al een insulinepomp gebruiken. Bij een aantal insulinepompen kunnen de glucosewaarden direct afgelezen worden op de pomp. Sommige combinaties van sensoren en een insulinepomp regelen automatische toediening van insulinehoeveelheden, op basis van de bloedglucosewaarde. Ook kan de insulinetoediening automatisch op tijd gestopt worden om een hypoglycemie te voorkomen.

Een overzicht van de gemeten bloedglucosewaarden leest u uit via een therapiemanagementprogramma (uploaden).  De gegevens geven inzicht in de eventuele bloedglucoseschommelingen, zoals hoge en lage waarden en trends. Het is belangrijk om regelmatig te uploaden en om deze waarden te bespreken met uw diabetesverpleegkundige.

Komt u in aanmerking?

De Nederlandse Diabetes Federatie heeft een lijst met indicaties opgesteld (wie ervoor in aanmerking komt). Of u in aanmerking komt, kunt u navragen bij uw behandelend arts of diabetesverpleegkundige.

De doelgroepen die in aanmerking komen voor vergoeding zijn:

  1. Kinderen met diabetes type 1.
  2. Volwassenen met slecht ingestelde diabetes type 1 (ondanks standaard controle, tenminste vier opvolgende kwartalen een HbA1c hoger dan 64 mmol/mol).
  3. Patiënten met diabetes type 1, die kampen met herhaalde ernstige hypoglykemieën en/of die ongevoelig zijn om deze waar te nemen (‘hypoglycemia unawareness’).
  4. Zwangere vrouwen met diabetes (let op: dit geldt niet voor zwangerschapsdiabetes).
  5. Vrouwen met diabetes en een zwangerschapswens.

Soorten CGM

Er zijn verschillende soorten CGM beschikbaar in Nederland. De diabetespoli van Adrz heeft niet alle sensoren in het assortiment. Het diabetesteam heeft de meeste ervaring met de sensoren Medtronic en Dexcom.

Meer informatie over de soorten sensoren kunt u terugvinden via de website van de Diabetesvereniging Nederland.

Verschil met Flash Glucose Monitoring (FGM)

Een CGM kan gekoppeld worden aan een insulinepomp. De kan niet bij FGM. Een CGM meet continu de bloedglucosewaarden en die zijn steeds in te zien. Bij FGM is dit pas te zien wanneer dit gescand wordt (flashen).  De waarden worden wel opgeslagen en zijn te zien in een grafiek. Net als de CGM heeft de FGM een trendpijl. Maar hij geeft geen alarmen. Vergeleken met de CGM is de prijs bij de FGM lager. Bespreek met de diabetesverpleegkundige of u in aanmerking komt voor een FGM of een CGM en welke sensor het beste bij uw situatie past.

Aandachtspunten bij CGM

  • De waarde die de sensor meet, kan afwijken van de waarde die de bloedglucosemeter meet. De sensor loopt gemiddeld vijf à tien minuten achter. Dit komt doordat een sensor niet in het bloed meet maar in het onderhuidse weefselvocht.
  • De CGM vervangt niet de reguliere vingerprikken. Afhankelijk van het merk en model moet de CGM tenminste één tot twee keer per dag geijkt worden met de bloedglucosewaarde van uw bloedglucosemeter.
  • De CGM heeft diverse alarmen om u te waarschuwen als de bloedglucose te laag of te hoog (dreigt) te worden. Deze alarmen worden op maat ingesteld en voor de meeste alarmen kan de keuze worden gemaakt om deze op stil te zetten.
  • Indien u een waarde niet vertrouwd, is het belangrijk om een controlemeting uit te voeren.
  • Werkgevers zijn soms bereid (een deel van) de kosten op zich te nemen met het oog op duurzame inzetbaarheid. Vraag u werkgever naar de mogelijkheden of bespreek dit vooraf met de behandelend diabetesverpleegkundige.
  • Kennis over voeding en koolhydraten is belangrijk voor de inzet van CGM en draagt bij aan stabiele bloedglucosewaarden.

Interesse in CGM?

Als u interesse heeft in CGM, bespreek dit met uw behandelend arts of diabetesverpleegkundige. Samen bespreekt u of u in aanmerking komt en waarom u met CGM wil starten (bijvoorbeeld minder hypo’s). De toestemming voor de start met CGM wordt besproken in het diabetesbehandelteam. De CGM wordt dan voor een bepaalde periode (machtigingsperiode) aan u verstrekt, bijvoorbeeld voor één jaar. U maakt samen met uw diabetesverpleegkundige afspraken over hoe u uw doel in die periode wil behalen.

Contact

Heeft u na het lezen van de folder nog vragen of ontstaan er na de behandeling onverhoopt problemen, neem dan contact op met Interne Geneeskunde via 088 125 45 00.

Als u de afdeling niet kunt bereiken, kunt u bellen naar de Receptie van Adrz via 088 125 00 00.

Wilt u een afspraak maken, annuleren of verzetten? Neem dan contact op via het contactformulier. Deze wordt vaak dezelfde werkdag nog in behandeling genomen. U kunt op werkdagen tussen 8.00 uur en 13.00 uur ook telefonisch contact opnemen met de Afspraakcentrale via 088 125 00 00, kies in het keuzemenu voor optie 1.