Adrz

Deze folder geeft u meer informatie over een lumbaalpunctie. Het is goed u te realiseren dat de situatie voor u persoonlijk anders kan zijn dan beschreven.

Bij een lumbaalpunctie nemen we een kleine hoeveelheid hersenvocht (liquor cerebrospinalis) af voor onderzoek in het laboratorium. Het hersenvocht zit in een soort zak, die wordt gevormd door de hersenvliezen en loopt van de binnenkant van de schedel door alle wervels tot het stuitje. In de onderrug, onder de eerste lendenwervel, ligt geen ruggenmerg meer. In deze ruimte bevinden zich alleen nog hersenvocht en zenuwen. Op deze plek kunnen we, tussen de wervels, met een naald wat hersenvocht weghalen. Het is dus geen “ruggenmergpunctie” zoals sommigen zeggen.

Voorbereiding

U hoef zich voor het onderzoek thuis niet speciaal voor te bereiden. Tenzij de behandelend arts anders aangeeft, raden we u aan om van tevoren goed te eten en te drinken.

  • Als u bloedverdunnende middelen gebruikt zoals fenprocoumon (Marcoumar), acenocoumarol (Sintrom mitis), dabigatran (Pradaxa), apixaban (Eliquis), rivaroxaban (Xarelto), edoxaban (Lixiana) of een bloedplaatjesremmers zoals clopidogrel (Plavix / Grepid), carbasalaatcalcium (Ascal) of dipyridamol (Persantin), geeft u dit minimaal een week voor het onderzoek telefonisch of per e-mail door aan de polikliniek Neurologie.
  • Als u overgevoelig bent voor jodium, geeft u dit voor het onderzoek aan ons door.
  • Neemt u iemand mee die u begeleidt en naar huis kan rijden.

Op de afgesproken dag en tijd meldt u zich zoals aangegeven in de afspraakbrief. Soms moet na de lumbaalpunctie nog bloedafname plaatsvinden om stoffen in de liquor met het bloed te vergelijken.

Let op: bent u verhinderd? Laat dat dan zo snel mogelijk weten. Dan kunnen wij een andere patiënt inplannen (dit geldt voor alle afspraken in een ziekenhuis).

De lumbaalpunctie

Een neuroloog voert de lumbaalpunctie uit. Een verpleegkundige assisteert bij de punctie.

  • Tijdens de lumbaalpunctie ligt u op een bed op uw zij, soms kunt u rechtop blijven zitten.
  • Wij vragen u om uw rug zo krom mogelijk te maken.
  • U trekt hierbij uw knieën zo ver mogelijk op en brengt uw hoofd in de richting van de knieën.
  • De arts bepaalt heel nauwkeurig de plaats van de punctie.
  • We desinfecteren de plaats van de punctie. De arts trekt steriele handschoenen aan.
  • De arts prikt met een dunne naald door de huid tussen de wervels en neemt het hersenvocht af.

Meestal gaat de punctie vrij vlot, maar het kan zijn dat de arts even moet zoeken met de naald om tussen de wervels door te komen (m.n. bij een “versleten” rug). Ook kan het gebeuren dat de naald een passerende zenuw raakt. Dat geeft een pijnscheut of prikkeling door een van de benen. Beide situaties zijn onprettig, maar niet gevaarlijk.

  • Meestal meet de arts de zogenoemde hersendruk door een steriel slangetje met een liniaal erachter aan te sluiten op de naald.
  • Nadat voldoende vocht is afgenomen, verwijdert de arts de naald.
  • Op de prikplaats plakken we een pleister.
  • Het vocht wordt direct na de punctie onderzocht in het laboratorium.

De prik is even pijnlijk, vergelijkbaar met het afnemen van bloed. Van het wegnemen van het vocht voelt u niets. Het onderzoek duurt ongeveer vijf tot twintig minuten. In Vlissingen wordt een lumbaalpunctie uitgevoerd op de VMCK. In Goes meestal op de Verpleegafdeling.

Na de lumbaalpunctie

Na de lumbaalpunctie blijft u nog een uur liggen. Daarna kunt u naar huis. Als u zich na het onderzoek niet goed voelt, zegt u dat tegen de verpleegkundige die zo nodig kan overleggen met de arts. De pleister mag er na één uur weer af.

Het is niet verstandig om na de ingreep zelf een auto te besturen of met het openbaar vervoer te reizen. Het is dus raadzaam iemand mee te nemen die u ook weer naar huis kan rijden.

De uitslag

De uitslag van het onderzoek is na enkele weken bekend en gaat naar de specialist die het onderzoek heeft aangevraagd. U krijgt een afspraak mee voor een vervolgconsult.

Bijwerkingen en nazorg lumbaalpunctie

Meestal verloopt een lumbaalpunctie zonder bijwerkingen. Eén op de vijf á tien patiënten krijgt na het onderzoek klachten van hoofdpijn of duizeligheid. Dit komt doordat er nog wat vocht uit het prikgaatje in de hersenvliezen, binnenin de rug, weglekt. Klachten ontstaan meestal bij het opstaan en verdwijnen als u weer gaat liggen. We noemen dit postpunctionele hoofdpijn. U kunt eventueel paracetamol innemen en extra veel drinken. Ook hebben veel patiënten baat bij het drinken van cafeïne houdende dranken (koffie, cola).

Het is verstandig om de dag na de punctie geen zware inspanning te verrichten.

Neem contact op met de polikliniek Neurologie als de hoofdpijn langer duurt dan vier dagen of als u koorts krijgt. Bij klachten in het weekend, s ’avonds en s ’nachts kunt u bellen naar de afdeling Neurologie (088 125 44 00).

Contact

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, dan kunt u bellen naar Neurologie via 088 125 00 00.

Als u de afdeling niet kunt bereiken, kunt u bellen naar de Receptie van Adrz via 088 125 00 00.

Wilt u een afspraak maken, annuleren of verzetten? Neem dan contact op via het contactformulier. Deze wordt vaak dezelfde werkdag nog in behandeling genomen. U kunt op werkdagen tussen 8.00 uur en 13.00 uur ook telefonisch contact opnemen met de Afspraakcentrale via 088 125 00 00, kies in het keuzemenu voor optie 1.