Liever post digitaal ontvangen? Bekijk hier de instructie!

Deze folder geeft u meer informatie over een niertransplantatie. Het is goed u te realiseren dat de situatie voor u persoonlijk anders kan zijn dan beschreven.

U heeft van uw behandelend nefroloog gehoord dat u moet gaan nadenken over een nierfunctievervangende behandeling. Mogelijk bent u al gestart met dialyse of zit u in een nierfalentraject.

Naast dialyse is er ook de mogelijkheid van een niertransplantatie. Bij een niertransplantatie wordt er, door een operatie, een goed functionerende nier van een nierdonor in uw lichaam geplaatst. Deze donornier kan afkomstig zijn van een levende donor (bijvoorbeeld een familielid, partner of kennis) of van iemand die reeds is overleden en bij leven heeft aangegeven dat zijn nier na overlijden gebruikt mag worden voor transplantatie.

Een niertransplantatie is niet voor iedereen een goede oplossing. Het is een grote ingreep en kent net als iedere operatie risico’s. Ook psychosociaal is een niertransplantatie een ingrijpende gebeurtenis. Voordat u gaat starten met voorbereidende onderzoeken willen we u zo goed mogelijk informeren over wat dit voor u betekent. Een niertransplantatie is niet een besluit dat je zomaar neemt. Daarom zal, voordat u gaat starten met de voorbereidende onderzoeken, de maatschappelijk werker van de afdeling Dialyse u uitnodigen voor een gesprek. In dit gesprek wordt kort ingegaan op uw motivatie voor een niertransplantatie, de psychosociale gevolgen en vergoedingsmogelijkheden. Lees meer in de folder niertransplantatie en psychosociale gevolgen.

In Nederland mogen alleen academische ziekenhuizen orgaantransplantaties uitvoeren. Bij Adrz werken we samen het Erasmus MC in Rotterdam.

Soorten niertransplantatie

Kortweg zijn er twee soorten van niertransplantatie:

  1. Transplantatie waarbij de nieren worden verkregen van donoren die zijn overleden
  2. Transplantatie waarbij de nieren worden verkregen van levende donoren

Mede als gevolg van het grote tekort aan donornieren worden er steeds meer niertransplantaties gerealiseerd met nieren van een levende donor. We noemen dit levende-niertransplantatie.

Er wordt een onderscheid gemaakt in bloedverwant(related) en niet-bloedverwant (non-related). Een levende donorniertransplantatie kan uitgevoerd worden nadat u al gestart bent met dialyse, maar kan ook al uitgevoerd worden voor de start van dialyse. Dit laatste noemen we pre-emptieve niertransplantatie.

Voor patiënten die een levende donor hebben, maar waarbij de bloedgroepen niet overeenkomen, zijn er mogelijkheden om toch te transplanteren:

De “cross-over” transplantatie

Bij deelname aan dit programma komt men op een extra landelijke wachtlijst van donor-ontvanger paren, waarbij ontvangers met elkaar van donor ruilen om op die manier de kans op transplantatie te verhogen.

De “door-de-bloedgroep-heen” transplantatie

Mensen kunnen van nature antistoffen tegen een andere bloedgroep hebben. Bij een transplantatie zou dit direct tot afstoting leiden van de donornier. Met behulp van medicatie en een speciale behandeling kunnen antistoffen bij de ontvanger uit het bloed worden gefilterd, waardoor een transplantatie alsnog mogelijk wordt.

Er zijn een aantal factoren die het resultaat van de transplantatie op korte en lange termijn bepalen:

  • Type donor
  • Leeftijd van de donor
  • Weefselkenmerkovereenkomsten
  • Tijd dat er geen bloedcirculatie in de nier plaatsvonden
  • Mogelijke complicaties tijdens de operatie
  • De hoogte van het aantal antistoffen in het bloed

Bij transplantatie wordt geen leeftijdsgrens gehanteerd. Wel is de algehele conditie van de patiënt een doorslaggevende factor.

Indien er binnen uw familie of kennissenkring iemand bereid is om een nier te doneren, dan verlopen alle gesprekken met behandelaars en voorbereidende onderzoeken via een gescheiden traject. U krijgt pas aan het eind van alle onderzoeken te horen of de donor daadwerkelijk geschikt is. De donor wordt altijd in het transplantatiecentrum (academisch ziekenhuis) voorbereid. Uw voorbereidingen vinden voornamelijk plaats in uw eigen ziekenhuis en waar nodig ook in het transplantatiecentrum.

Wet op de Orgaandonatie

In tegenstelling tot veel andere landen kent ons land een zeer streng toezicht op transplantaties. Donatie van organen bij leven is geregeld in de Wet op de Orgaandonatie (WOD). De WOD ziet toe op een juiste procedure. Er wordt onder andere benadrukt dat het besluit tot donatie bij leven in volstrekte vrijheid en zonder enige morele druk tot stand moet komen. In deze wet staat onder andere:

  • Toestemming tot het wegnemen van een orgaan of weefsel bij levende donoren moet vrij en bewust worden gegeven en is te allen tijde herroepbaar.
  • Een levende nierdonor moet de leeftijd van 18 jaar bereikt hebben en vooraf in de orgaandonatie hebben toegestemd. De toestemming moet schriftelijk worden gegeven in het bijzijn van een meerderjarige getuige (gedagtekend en ondertekend door beiden).

Eurotransplant

Eurotransplant is een organisatie waarbij transplantatiecentra uit zeven landen (België, Nederland, Luxemburg, Duitsland, Oostenrijk, Slovenië en Kroatië) zijn aangesloten. In deze samenwerkende landen is een netwerk van laboratoria opgebouwd waarin weefseltypering van zowel donoren als ontvangers kan plaatsvinden. Belangrijkste doelstelling van Eurotransplant is door middel van weefseltypering en selectie, ook wel matching genoemd, een goed passende donor/ontvanger combinatie te vinden.

Wanneer ergens een donorprocedure heeft plaatsgevonden en er is een nier beschikbaar, wordt eerst in het plaatselijke laboratorium de weefseltypering en de bloedgroep van de donor bepaald.

Het resultaat hiervan wordt aan Eurotransplant gemeld. Daar worden met een computerprogramma die patiënten geselecteerd die dezelfde bloedgroep en weefseltypering hebben. Daarnaast wordt nagegaan of er geen antistoffen zijn, gericht tegen de weefselgroepen van de donor.

Dit onderzoek wordt de kruisproef genoemd en wordt enkele uren voor de transplantatie herhaald. Als het resultaat van deze kruisproef negatief is, is dit voor u positief en kan de transplantatie plaatsvinden.

Het transplantatiecentrum heeft een beperkte tijd om de nier te aanvaarden en zal contact opnemen met uw behandelend nefroloog. De nefroloog zal dan met u contact opnemen. Het kan gebeuren dat u midden in de nacht wordt gebeld om met spoed naar het transplantatiecentrum te komen. Het is belangrijk dat u altijd bereikbaar bent. Als het de nefroloog niet lukt om u te bereiken, wordt dit teruggekoppeld naar het transplantatiecentrum en zal de nummer twee op de lijst worden benaderd.

Pretransplantatie onderzoeken

Voordat u voor een afspraak naar het transplantatiecentrum wordt doorverwezen, worden in het eigen centrum al diverse onderzoeken gedaan. Als alle onderzoeken zijn afgerond, zal de nefroloog een brief schrijven aan de transplantatienefroloog in het transplantatiecentrum en wordt er door de dialyseverpleegkundige een eerste afspraak voor u gemaakt in het transplantatiecentrum.

Onderzoeken

  • Consult cardioloog: deze beoordeelt de conditie van het hart. Hij laat onder andere een hartfilmpje (ECG), een echo hart en een nucleaire scan van het hart maken. Soms is het nodig dat er nog vervolgonderzoeken worden afgesproken.
  • X-thorax (longfoto): om een algeheel beeld te krijgen van de toestand van de longen.
  • Echo buik: onderzoek van de buikorganen, grote bloedvaten en lymfeklieren.
  • Consulten: op indicatie kan de patiënt verwezen worden naar een andere specialist die zijn oordeel moet geven over een eventuele niertransplantatie.
  • Urinekweek: voor het opsporen van een eventuele urineweginfectie.
  • Tandarts: deze moet een saneringsverklaring afgeven (er mogen geen infecties in het gebit aanwezig zijn).

Bloedafnames voor Eurotransplant

Naast de diverse bloedonderzoeken wordt er ook bloed afgenomen voor Eurotransplant:

1e Weefseltypering

Om afstoting na niertransplantatie te voorkomen wordt behalve naar de bloedgroep ook gekeken naar de overeenkomst in weefselkenmerken tussen donor en ontvanger. Deze weefsel-kenmerken, oftewel HLA-groepen (Human Leucocyte Antigens), bevinden zich op alle weefsels en zijn erfelijk bepaald. Hoe meer de weefselkenmerken overeenkomen tussen donor en ontvanger, hoe minder kans op afstotingsreacties.

2e Weefseltypering

Dit is een controle op de 1e weefseltypering.

Relatietypering

Deze typering is onder andere noodzakelijk wanneer iemand uit de familie of directe omgeving een nier wil doneren, om te kijken of er een goede match is.

Spoedscreening

Deze bloedafname wordt tegelijk met de eerste weefseltypering afgenomen. Door de spoedscreening ziet men hoeveel antistoffen er aanwezig zijn in het bloed. Bij alle patiënten die transplantabel zijn en een bloedtransfusie krijgen, moet ook twee weken na elke transfusie een spoedscreening worden afgenomen ter controle op antistoffen die zich mogelijk in het lichaam hebben gevormd.

Crossmatch

Deze bloedafname wordt vier keer per jaar ingestuurd van de nierfalen of dialysepatiënt die op de Eurotransplant wachtlijst staat. Dit bloed wordt onderzocht op de aanwezigheid van HLA-antistoffen.

Mocht u over de inhoud van deze brochure nog vragen hebben dan kunt u altijd terecht bij uw arts, de (pre)dialyseverpleegkundigen en/of het maatschappelijk werk.

Contact en meer informatie

Algemeen nummer Adrz: 088 125 00 00

Afdeling Dialyse: 088 125 42 69 of 088 125 42 74