Indien bij een darmoperatie een deel van de dunne darm en soms ook de dikke darm is verwijderd, kan – afhankelijk van de kwaliteit van het resterende deel van de darm – de hoeveelheid ontlasting kan variëren van 1,5 liter tot wel 4-6 liter per dag. Er wordt gesproken van een ‘high output’ als via de ontlasting zoveel vocht en zout verloren gaat, dat een hoog risico op uitdroging ontstaat.
Uitdroging
De volgende signalen kunnen wijzen op (dreigende) uitdroging:
- Dorst
- Droge mond/droge ogen
- Weinig plassen, geconcentreerde en daardoor donkere urine
- Vermoeidheid
- Sufheid/verwardheid
- Duizeligheid/hoofdpijn
- Verminderde eetlust
- Misselijkheid/braken
- Droge huid (als u de huid met twee vingers oppakt blijft die langer staan dan gebruikelijk)
- Afwijkingen in laboratoriumwaarden (nierfunctiestoornissen)
Om uitdroging te voorkomen is het belangrijk dat de darm genoeg vocht en zout opneemt. Extra drinken helpt daarbij niet altijd. Door te veel of de ‘verkeerde’ dranken te drinken kan de ontlasting toenemen en kunt u uitdrogen. Van uitdroging krijgt u dorst, waardoor u vervolgens nog meer gaat drinken. Zo ontstaat een vicieuze cirkel die moet worden doorbroken. Soms is tijdelijk aanvulling van vocht en zout via een infuus nodig om de vocht- en zoutbalans te herstellen.
Adviezen dagelijkse vochtinname
Om de hoeveelheid ontlasting te verminderen en daarmee het risico op uitdroging te verkleinen, zijn er een aantal belangrijke adviezen te geven over de dagelijkse vochtinname (soort en hoeveelheid dranken) en over het gebruik van een zoutrijke voeding.
Vocht
Dranken waar weinig suiker en zout in zit (hypotone dranken) kunnen bij mensen met een high output stoma een toename van de ontlasting veroorzaken en daarmee meer verlies van vocht en zout. Dit geldt ook voor dranken waar veel suiker in zit (hypertone dranken), cafeïne rijke dranken, zoals thee, koffie en cola (tot 500 ml of twee mokken/longdrinkglazen) en alcoholische dranken. Dranken met de juiste hoeveelheid suiker en zout (isotone dranken) zorgen er juist voor dat vocht en zout via de darm beter wordt opgenomen in het lichaam. Hierdoor vermindert de ontlasting, droogt u minder snel uit en zult u meer gaan plassen. Dit verschil heeft te maken met de zogenaamde deeltjesdichtheid van een drank.
Dranken die het beste opgenomen worden in de darm
Isotone dranken, dit zijn dranken met dezelfde concentratie suikers en zouten als de vloeistoffen in ons lichaam. Dat bevordert de opname van suikers en zouten via de darm. Voorbeelden: Oral Rehydration Salt (ORS), isotone sportdranken met zes tot acht gram koolhydraten per 100 ml, groente- en tomatensap waaraan u zelf extra zout heeft toegevoegd, bouillon, melk, karnemelk.
Dranken die voor toename van ontlasting kunnen zorgen
- Hypotone dranken, dit zijn dranken met een lagere concentratie aan suikers en/of zouten dan de vloeistoffen in ons lichaam. Het drinken ervan bevordert bij het water- en zoutverlies via de ontlasting, stoma of fistel. Voorbeelden: water, thee en koffie zonder suiker, light frisdranken, en sportdranken met minder dan zes gram koolhydraten per 100 ml.
- Hypertone dranken, dit zijn dranken met een hogere concentratie aan suikers en/of zouten dan de vloeistoffen in ons lichaam. Ook het drinken hiervan bevordert het water en zoutverlies via de ontlasting, stoma of fistel. Voorbeelden: vruchtensappen, frisdranken, energy sportdranken met meer dan acht gram koolhydraten per 100 ml, medische drinkvoeding.
Indien toch uitdroging is opgetreden of bij een extreem hoge output van ontlasting is soms tijdelijk vocht en zout via een infuus nodig. Hierbij kunt u het advies krijgen om tijdelijk een strenge beperking van vocht (maximaal 500-100 ml per dag) te gebruiken. Op deze wijze wordt het vochtverlies via de darm beperkt en het tekort aan vocht en zouten in het lichaam hersteld (dit uitsluitend op advies van een medisch specialist).
Adviezen bij vocht en zout op peil
Wanneer de hoeveelheid vocht en zout in het lichaam op peil is, gelden de volgende adviezen:
- Drink de gehele dag door kleine slokjes, hierdoor komen er geen grote hoeveelheden vloeistof tegelijk in de darm.
- Drink liever niet tijdens de maaltijden.
- De diëtist zal u, in overleg met uw behandelend arts, een persoonlijk advies geven over de maximale hoeveelheid vocht die u mag gebruiken. De maximale hoeveelheid vocht kan per persoon verschillen. Belangrijk is dat deze hoeveelheid vocht voor een belangrijk deel bestaat uit isotone dranken.
- Met vocht wordt bedoeld alles wat vloeibaar ingenomen wordt. Denk aan alle dranken, soep, bouillon, vruchtenmoes, pap, vla, ijs, maar ook drink- en sondevoeding.
- Gebruik per dag minimaal één tot twee liter isotone dranken.
- Beperk het gebruik van hypotone dranken tot maximaal drie glazen (ongeveer 500 ml) per dag.
- Beperk het gebruik van hypertone dranken tot maximaal drie glazen (ongeveer 500 ml) per dag.
- Soms worden melkproducten tijdelijk slecht verdragen. Gebruik in dat geval niet meer dan 500 ml melk, karnemelk, vla, yoghurt en dergelijke per dag.
Zout
Naast vocht verliest u ook veel zouten via de ontlasting. Om het zoutverlies aan te vullen is een royaal gebruik van keukenzout (Natrium) en zoutrijke producten noodzakelijk. Soms kan het nodig zijn extra zout in de vorm van capsules of tabletten te gebruiken. De arts kan dit voorschrijven. In de urine kan gecontroleerd worden of er voldoende zout in het lichaam wordt opgenomen.
De volgende producten bevatten veel zout: keukenzout, smaakverfijner zoals Aromat, ketjap zoet en zout, soepversterker zoals maggi, tomatenketchup, curry, zoute vleeswaren (rookvlees/ rauwe ham/ worst-soorten), (smeer)kaas, chips en zoutjes, haring, groentesap/tomatensap waar u zelf nog extra zout aan heeft toegevoegd, kant en klare kruidenmixen, augurken, olijven, bouillon en soep.
Gebruik zoutrijke producten royaal en goed verspreid over de dag.
Indien u (volledige) sondevoeding gebruikt is het goed om te weten dat sondevoeding weinig zout bevat. Voor een royale inname van zout zal het nodig zijn om dit via de sonde of sondevoeding toe te dienen. De diëtist zal u een advies geven, afgestemd op uw situatie.
Voeding
Gebruik voedingsmiddelen die helpen de ontlasting in te dikken. Het advies is om op de momenten dat er gedronken wordt, een droog zetmeelrijk product in combinatie met een eiwitrijk product te gebruiken.
- Droge zetmeelrijke voedingsmiddelen zijn: brood, crackers, toast, knäckebröd, beschuit, rijst, pasta, aardappelen.
- Eiwitrijke voedingsmiddelen zijn: vlees, vis, kip, ei, kaas, pindakaas, sojaproducten, peulvruchten en vegetarische eiwitrijke producten. De zetmeelrijke voedingsmiddelen binden het vocht in het maag-darmkanaal waardoor het voedsel langzamer passeert, beter verteert en de productie van ontlasting vermindert.
Eiwitten zijn tevens belangrijke bouwstoffen voor het lichaam en extra nodig voor herstel.
- Beperk vezelrijk voedsel. Met name de oplosbare vezels uit ongekookte groente, ongeschild fruit en ongezeefde groente- en of vruchtensappen. Dit helpt bij het verminderen van de darmactiviteit en klachten als krampen en een opgeblazen gevoel. Ook helpt het de productie van ontlasting te verlagen.
- Beperk voedingsmiddelen met een hoog suikergehalte, zoals: witte- of bruine suiker, jam, honing, snoep, chocolade, gedroogd fruit en ananas. Producten met veel suiker trekken vocht aan naar de voedingsmassa in de darm, hierdoor wordt de productie verhoogd.
- Beperk zoetstoffen die met hun naam eindigen op –ol, zoals: sorbitol, xylitol en mannitol. Deze zoetstoffen worden vaak aangetroffen in suikervrij snoep, kauwgom en light dranken. Deze kunnen de stomaproductie verhogen, omdat deze voedingsmiddelen de passagesnelheid van het voedsel door de darm verhogen.
- Beperk voedingsmiddelen die hoeveelheid ontlasting en of diarree kunnen toe laten nemen zoals: uien, knoflook en pepers, scherpe kruiden. Deze kunnen de stomaproductie verhogen, omdat deze voedingsmiddelen de passagesnelheid van het voedsel door de darm verhogen.
- Beperk het gebruik van normale melkproducten. Gebruik maximaal 500 ml normale (zure) melkdranken per 24 uur. Indien bij het gebruik van gewone melk de stomaproductie stijgt, gebruik dan bij voorkeur lactosevrije melkproducten.
Let op: verstopping
Om eventuele verstopping van de stoma te voorkomen is het belangrijk om rustig te eten, het voedsel goed fijn te snijden en goed te kauwen. Sommige voedingsmiddelen kunnen verstopping van de stoma veroorzaken. Wees daarom voorzichtig met de volgende producten:
- Asperges
- Bleekselderij
- Champignons
- Maïs
- Zuurkool
- Grove rauwkost, zoals knolselderij en wortel
- Noten en pinda’s
- Taai en draderig vlees
- Citrusfruit
- Verse ananas
- Gedroogde vruchten, zoals dadels, vijgen, pruimen
- Kokosproducten, popcorn en amandelspijs
Eet en drink regelmatig
Verdeel de voeding over meerdere kleine maaltijden per dag en sla geen maaltijden over. Het is raadzaam om het drinken goed te spreiden over de dag en niet te drinken tijdens het eten. Neem geen grote hoeveelheden vocht in korte tijd. Wanneer de ontlasting te dun is, kan drinkvocht met een vezel- of zetmeelrijk product worden gecombineerd. Bijvoorbeeld een cracker met hartig beleg of een zoute biscuit. Een grote maaltijd vlak voor het slapen gaan kan ’s nachts de ontlasting bevorderen en de nachtrust eventueel verstoren.
Contact
Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen of ontstaan er na de behandeling onverhoopt problemen waarover u zich zorgen maakt, dan kunt u bellen naar Dietetiek via 088 125 00 00 of stuur een e-mail naar dietetiek@adrz.nl.
Als u de afdeling niet kunt bereiken, kunt u bellen naar de Receptie van Adrz via 088 125 00 00.
Wilt u een afspraak maken, annuleren of verzetten? Neem dan contact op via het contactformulier. Deze wordt vaak dezelfde werkdag nog in behandeling genomen. U kunt op werkdagen tussen 8.00 uur en 13.00 uur ook telefonisch contact opnemen met de Afspraakcentrale via 088 125 00 00, kies in het keuzemenu voor optie 1.