Nieuw! Luister nu aflevering 4: Zorg voor kanker van onze podcastserie Zorgopname!

Deze folder geeft u informatie over glaucoom. Het is goed u te realiseren dat voor u persoonlijk de situatie anders kan zijn dan beschreven.

Wat is glaucoom?

Glaucoom is een aandoening van de oogzenuw, waarbij de zenuwvezellaag dunner wordt en er gezichtsvelduitval ontstaat. De belangrijkste risicofactoren voor het krijgen van glaucoom zijn:

  • een verhoogde oogdruk
  • glaucoom in de familie
  • een leeftijd boven de 40 jaar
  • een Afrikaanse of Aziatische afkomst

Een verhoogde oogdruk is het meest bekend als risicofactor voor glaucoom. De oogdruk wordt bepaald door de aanvoer en afvoer van kamerwater. Het kamerwater wordt aangemaakt in het corpus ciliaire (straalvormig lichaam) achter de iris (regenboogvlies) en loopt via de achterste oogkamer (de ruimte tussen de iris en ooglens), via de pupilopening naar de voorste oogkamer (de ruimte tussen het hoornvlies en de iris).

De afvoer van kamerwater vindt plaats in de kamerhoek (de hoek van de voorste oogkamer), via het trabekelsysteem (een soort filtersysteem) richting de kanaaltjes van Schlemm (het afvoerkanaal). Wanneer er meer kamerwater wordt aangevoerd dan dat er wordt afgevoerd, stijgt de oogdruk. Deze stijging kan te veel druk op de oogzenuw geven, waardoor deze beschadigt en er gezichtsvelduitval ontstaat.

De aanmaak en afvoer van kamerwater is een continu proces. Hierdoor kan de oogdruk in de loop van de dag variëren.

Een normale oogdruk zit tussen de 10 en 22 mmHg. Toch betekent een verhoogde oogdruk niet dat u per definitie glaucoom heeft of krijgt. Andersom kunnen mensen met een normale oogdruk ook glaucoom hebben of krijgen.