Deze folder geeft u informatie over de toegang tot de bloedbaan bij dialyse. Het is goed u te realiseren dat voor u persoonlijk de situatie anders kan zijn dan beschreven. Voor de uitvoering van een goede hemodialysebehandeling is een goed functionerende vaattoegang van groot belang. Voor aanleg van een goed vaattoegang is het gebruik van eigen vaten te verkiezen boven het inbrengen van een kunststof vat.

Aanleggen van een shunt

Bij hemodialyse wordt de toegang tot de bloedbaan aangelegd in de vorm van een shunt. Dat is een verbinding tussen een ader en een slagader. De pre-dialyseverpleegkundige informeert u hier uitgebreid over. Het aanleggen van een shunt is een kleine chirurgische ingreep. Het slagen van die ingreep is afhankelijk van de kwaliteit van de beschikbare vaten in de armen. In principe wordt een vaattoegang aangelegd in de arm die het minst gebruikt wordt, tenzij de kwaliteit van de vaten onvoldoende is. In dat geval zal de vaattoegang in de dominante arm worden aangelegd. De kwaliteit kan beïnvloed worden door het gebruik van de vaten voor bloedafname, toediening van medicamenten en het inbrengen van infusen.

Nadien krijgt u een medische informatiekaart met uw gegevens, maar ook in het kort het ‘hoe en waarom’ van venepreservatie. Het is aan te raden om deze kaart te laten zien bij een bezoek aan het laboratorium, de afdeling spoedeisende hulp, de röntgenafdeling, de verpleegafdelingen en alle andere afdelingen waar eventueel gebruik gemaakt wordt van de armvaten.

Op het moment dat u een shunt of katheter heeft, krijgt u een siliconen armbandje met de tekst: Deze arm niet prikken/geen bloeddruk meten. Het is de bedoeling dat u dit armbandje altijd draagt of toch zeker tijdens een opname in het ziekenhuis aan de shuntarm en bij een katheter aan de niet dominante arm.