Behandeling zonder operatie
Behandeling met rust, pijnstillers, fysiotherapie en eventueel een injectie met ontstekingsremmers vermindert vaak de klachten. Helpt dit niet voldoende dan kunt u eventueel geopereerd worden.
Operatie
Tijdens de operatie herstelt de orthopeed de cuff. Hij of zij repareert de scheur. Zo’n operatie heet een cuff-repair. Deze operatie heeft alleen zin als de doorbloeding van de pees nog voldoende is. Bij oudere mensen kan de doorbloeding onvoldoende zijn. Het resultaat van een operatie kan dan tegenvallen omdat de hechtingen op den duur weer uitscheuren. Ook roken en suikerziekte hebben een nadelig effect op de doorbloeding van het peesweefsel. Waarschijnlijk krijgt u voor de operatie een verdoving van de arm, door middel van een zenuwblok; een prik in uw hals. Daarnaast kan worden gekozen voor algehele narcose. De operatie duurt ongeveer een uur.
Er zijn twee mogelijkheden voor de operatie:
- Via een kijkoperatie (artroscopie). De arts maakt een paar kleine gaatjes rond de schouder. Via het ene gaatje gaat hij met een kijkbuisje naar binnen om te kijken. Via een ander gaatje gaat hij met materiaal naar binnen om de pees te hechten en evt. bot weg te halen.
- Via een open operatie. De arts maakt een wond van 4-6 cm aan de voorkant van de schouder en hecht de pees.
Meestal gebruikt de orthopeed bij deze operatie botankertjes. Dat zijn een soort pluggen om de pees weer aan het bot te hechten. Deze blijven in het bot zitten en lossen niet op. U voelt deze niet. Het kan zijn dat ook de dunne pees van uw biceps – de spier die de spierbal vormt – voor pijnklachten zorgt. Als dat zo is, ‘knipt’ de orthopeed de dunne bicepspees door. De dikke bicepspees kan dan nog steeds zijn werk doen. Als u hierdoor al kracht zou verliezen, is dit zó weinig, dat u dit niet merkt in het dagelijks leven. Wordt bij u de bicepspees doorgeknipt, dan kan de vorm van de spierbal na de operatie een beetje anders zijn. Dat heet ook wel een Popeye-arm. Het gewricht wordt ook schoongemaakt.
Na de operatie
Na de operatie zit de arm in een draagdoek. Deze draagt u de eerste zes weken dag en nacht. U mag na de operatie niet zelf naar huis rijden. Omdat uw arm in de draagdoek zit en u rustig aan moet doen, is het prettig als er thuis iemand is die u na de operatie kan helpen. U mag dezelfde dag, of de volgende dag naar huis. Na de operatie kan uw schouder dik en warm aanvoelen. Dit wordt langzaam minder.