Nieuw! Luister nu aflevering 5: Zorg voor je suikerspiegel van onze podcastserie Zorgopname!

Spataderen (varices)

Spataderen (ook wel varices genoemd) zijn verwijde aders in de benen. Ze ontstaan doordat de kleppen in de aders niet goed sluiten en er bloed terugstroomt. Ze kunnen pijnlijke benen of kuiten veroorzaken, met name na lang staan. Er zijn verschillende behandelmethode mogelijk om de klachten te verhelpen.

Verwijding van de slagader

Verwijding van de buikslagader (abdominaal aorta aneurysma: AAA)

Een aneurysma is een plaatselijke verwijding van een slagader. In ongeveer 80% van de gevallen betreft het de aorta in de buikholte, dit wordt ook wel een Abdominaal Aorta Aneurysma (AAA) genoemd. Meestal worden deze verwijdingen per toeval gevonden en geeft het geen klachten. Verwijdingen kunnen ook voorkomen in de knieholte en de borstholte. De verwijding kan middels een operatie worden opgeheven.

 

Vernauwing van de slagader

Etalagebenen (perifeer arterieel vaatlijden)

Etalagebenen, ofwel vernauwingen in de beenslagaders, ontstaan door slagaderverkalking. Door de vernauwing vermindert de bloedtoevoer naar de benen. De beenspieren krijgen minder zuurstof; dit geeft pijnklachten bij het lopen. De behandeling bestaat in eerste instantie uit looptherapie onder begeleiding van een fysiotherapeut en als dat niet lukt, een dotterbehandeling of operatie.

Vernauwde halsslagader (carotis stenose)

Vernauwing van de halsslagader ontstaat door slagaderverkalking. Zo’n vernauwing kan leiden tot een TIA of een herseninfarct. De vernauwing kan worden opgeheven met een operatie als hier een indicatie voor bestaat.

Thoracic Outlet Syndroom (TOS)

Dit is een verzamelnaam voor aandoeningen waarbij de vaatzenuwbundel, die in het schoudergebied ligt, bekneld raakt.

Contact afdeling Facturatie

Heeft u na het lezen van alle informatie nog vragen? Kijk dan eerst bij onze pagina met veelgestelde vragen. Staat het antwoord hier niet bij? Neem dan contact opnemen met de afdeling Facturatie via:

Houd uw burgerservicenummer (BSN) bij de hand.

Onze Zorg 2022

Michiel 2022

Na de operatie

Na afloop van de operatie verblijft u nog enige tijd op de afdeling Heelkunde. Wanneer uw situatie het weer toelaat, mag u weer naar huis. Bij pijn kunt u vier keer daags 1000 mg paracetamol innemen. U krijgt een nazorgformulier mee naar huis, waarin staat waar u op moet letten en wat u kunt verwachten. Het is raadzaam gedurende de eerste week na het ontslag (tot aan de eerste policontrole) iemand in de buurt te hebben die u kan helpen wanneer dit nodig is.

De dag van de operatie

Op de afgesproken dag en tijd wordt u in Adrz Goes verwacht, waar u zich aanmeldt bij de receptie. De ingreep vindt onder algehele narcose plaats. Dit betekent dat u nuchter dient te zijn; nuchter wil zeggen dat u zes uur vóór de operatie niet meer eet en/of drinkt.

Preoperatief spreekuur (POS)

Ter voorbereiding op uw operatie is het belangrijk uw lichamelijke conditie goed in kaart te brengen. U maakt hiervoor een afspraak op de POS-poli, op de polikliniek ontvangt u hiervoor een Persoonlijke Informatie Map (PIM- map).

Onze Zorg 2021

Onze Zorg 2020

Michiel 2021

Michiel 2020

Bezoek geestelijke diensten

Als Dienst Geestelijke Verzorging zijn we heel blij dat er vanuit Adrz alles aan wordt gedaan om bezoek mogelijk te maken. We verzoeken u rekening te houden met de algemene maatregelen die in Adrz gelden.

Als pastor/predikant/kerkelijk werker, was u wellicht gewend buiten de bezoektijden om de patiënten die lid zijn van uw kerk te bezoeken. We willen u vragen om, als bezoek gewenst is, vooraf telefonisch contact op te nemen met de betreffende afdeling, om de mogelijkheden tot bezoek en eventueel een tijdstip van bezoek af te spreken.

Zwangerschap en vaccinatie

Gepubliceerd door het Ministerie van VWS: Gynaecoloog Sam Schoenmakers (Erasmus MC) krijgt veel vragen over het effect van het coronavaccin op je vruchtbaarheid, tijdens de zwangerschap en als je borstvoeding geeft. Hij beantwoordt de meest voorkomende vragen.

https://m.facebook.com/story.php?story_fbid=314414490505364&id=100058104458677

Plannen operaties

We zijn heel blij dat we weer meer operaties kunnen plannen. Staat u op de wachtlijst voor een operatie? Dan hoeft u niets te doen. Wij nemen wij zelf contact met u op zodra we u een operatiedatum kunnen geven.

GGD-vaccinatielocaties

Nog niet gevaccineerd tegen COVID-19? U kunt zich snel en zonder afspraak laten vaccineren tegen COVID-19 door de GGD. Het is noodzakelijk een identiteitsbewijs mee te nemen en een mondneusmasker te dragen. Adressen, openingstijden, alle GGD-vaccinatielocaties en meer informatie zijn te vinden op www.ggdzeelandprikt.nl.

Uitgebreide informatie in de opnamefolder

In onze opnamefolder vindt u uitgebreide informatie over uw opname en de voorzieningen in het ziekenhuis. Bij een geplande operatie krijgt u de folder van tevoren mee naar huis, bij een acute opname krijgt u deze tijdens uw verblijf in het ziekenhuis.

Vragen na ontslag uit het ziekenhuis

De eerste week na uw ontslag uit het ziekenhuis kunt 24 uur per dag met uw medische vragen bij Adrz terecht.

  • Op doordeweekse dagen tussen 9.00 en 17.00 kunt u contact opnemen met de polikliniek van het betreffende specialisme. Dit kan via het nummer dat u heeft gekregen of via ons algemene nummer: 088 125 00 00.
  • In de weekenden en tussen 17.00 en 9.00 kunt u contact met ons opnemen via ons algemene nummer: 088 125 00 00. U wordt dan doorverbonden naar de afdeling Spoedeisende Hulp (voor volwassenen) of Kinderafdeling (voor kinderen en jeugdigen).

Uw vraag en het gegeven advies worden altijd geregistreerd. In de avond, nacht en weekenduren krijgt u standaard de keuze om naar de Spoedeisende Hulp te komen of teruggebeld te worden door de behandelend specialist of zijn vervanger.

Acute opname

Wanneer u plotseling (acuut) wordt opgenomen in het ziekenhuis, komt u terecht op de Acute Opname Afdeling (AOA). Een opname op de AOA duurt maximaal 48 uur. In deze tijd proberen de artsen een diagnose te stellen en wordt indien mogelijk de behandeling gestart. Na maximaal 48 uur wordt u uit het ziekenhuis ontslagen of overgeplaatst naar een reguliere verpleegafdeling.

Wanneer u wordt opgenomen op de AOA, heeft u zich vaak thuis niet kunnen voorbereiden op uw opname. Vraag daarom een familielid of vriend de volgende spullen voor u mee te nemen:

  • een geldig legitimatiebewijs
  • uw zorgpas
  • medicijnen (indien nodig)
  • dieetvoorschriften (indien nodig)
  • toiletartikelen
  • nachtkleding
  • ondergoed
  • ochtendjas
  • pantoffels
  • leesmateriaal, tablet en/of mp3-speler

Kostbare spullen, zoals sieraden, kunnen beter thuisblijven.

Meer informatie vindt u op de pagina van de AOA

Kom nuchter naar uw operatie

Bij operaties is het belangrijk dat u op het moment van de ingreep nuchter bent. Dit betekent dat u een aantal uur voor de ingreep niet mag eten en drinken. Hoeveel uur dit is, verschilt per operatie. U krijgt van tevoren informatie over uw specifieke situatie van het Opnameplein of van de polikliniek waar u onder behandeling bent.

Twijfelt u of u wel of niet nuchter naar het ziekenhuis moet komen? Neem dan contact op met het Opnameplein of met de polikliniek van uw behandelend specialist.

Maak kennis met het Palliatief Adviesteam

Esther Korf (neuroloog)

“Sinds 2008 werk ik in Zeeland, ik ben in Amsterdam opgeleid tot neuroloog. Mijn aandachtsgebieden zijn cognitieve stoornissen (onder andere dementie), neuro-oncologie en sinds kort palliatieve zorg. Palliatieve zorg is een wezenlijk onderdeel van de aandachtsgebieden. Om mensen goed te begeleiden en te behandelen is het van groot belang goed te luisteren naar de vragen, angsten en behoeften. Het laatste stuk van het leven moet een zo goed mogelijke kwaliteit hebben en zo min mogelijk zorg en ongemak. Zowel voor degene die ziek is, als de mensen daaromheen, met name de partner. Wij hopen daar als arts aan te kunnen bijdragen, zowel de laatste jaren van het leven, als in de laatste weken. Als lid van het palliatieve team in het ziekenhuis adviseren we de hoofdbehandelaar in de allerlaatste fase.”

Ellen van Vliet (oncoloog)

“Als oncoloog maakt palliatieve zorg een belangrijk onderdeel uit van mijn werkzaamheden. Ik streef ernaar om patiënten zo goed mogelijk te behandelen en te begeleiden in het laatste stuk van hun leven. Eerlijke en open communicatie is hierbij erg belangrijk, ik wil graag dat patiënten en hun naasten zich gehoord en begrepen voelen en dat er tegemoet gekomen wordt aan hun wensen.

Ik neem deel aan het palliatieve consultatieve team, wij geven op vraag van de hoofdbehandelaar advies over vraagstukken in de laatste fase van het leven die op dat moment bij de patiënt spelen. Ook ben ik nauw betrokken bij het maken van beleid omtrent palliatieve zorg in het ziekenhuis.”

Pieter Jobse (hematoloog)

Als hematoloog behandel ik veel patiënten voor wie genezing van de ziekte helaas niet meer mogelijk is. Juist dan is het van belang patiënten zo goed mogelijk te begeleiden en helpen in een fase van het leven waar kwaliteit van leven het belangrijkst wordt. Eigenlijk al tijdens de studie geneeskunde ben ik me gaan interesseren voor palliatieve zorg. Als consulent palliatieve zorg begeleid en adviseer ik, samen met mijn collega’s van het palliatief team, patiënten, familie en andere artsen bij problemen in de laatste levensfase. Cruciaal hierbij is heldere en open communicatie over de problemen en wensen van eenieder, waarbij de patiënt centraal staat.”

Jeroen Fiddelaers (longarts)

“Als longarts met aandachtsgebied longoncologie is palliatie een wezenlijk onderdeel in mijn dagelijkse praktijk. Daarnaast ben ik van mening dat behandeling niet ophoudt als je een patiënt niet beter kunt maken. Sterker nog, daar valt vaak veel te winnen voor een patiënt.

Kwaliteit van het leven staat altijd voorop. Daarbij is het belangrijk om de patiënt als mens te blijven zien, met mogelijke problemen op allerlei vlakken en niet op een specifiek orgaan. Ik propageer dan ook een open en eerlijke communicatie om de problemen te vinden en zo mogelijk aan te pakken. Een patiënt moet weten waar die aan toe is.”

Gerstella Toonen (geriater)

“Als klinisch geriater behandel ik ouderen met meervoudige gezondheidsklachten. Regelmatig zie ik ook ouderen die niet meer te genezen zijn. Dat wil niet zeggen dat we niks meer voor hen kunnen doen. Ik zie het als een uitdaging om patiënten te helpen om de laatste levensfase zo prettig mogelijk te laten verlopen. Ik wil samen met patiënt en familie streven naar een zo optimaal mogelijke kwaliteit van leven. Om dit te bereiken is het nodig met een brede blik naar iemand te kijken: welke lichamelijke klachten spelen?; hoe gaat het geestelijk?; maar ook: wat is de rol van familie? Daarnaast vind ik het heel belangrijk om met mensen in gesprek te gaan over de angsten, zorgen en wensen die leven. Om iemand optimaal te helpen is het nodig niet óver diegene en zijn ziekte te praten, maar mét patiënt over zijn ziekte te praten. Voor mij is dit onlosmakelijk verbonden met de manier waarop ik werk.

Ik ben tevreden als ik merk dat patiënten en hun familie zich gehoord en gesteund voelen in hun overwegingen en beslissingen; als ik merk dat patiënt en naasten, ondanks het verdriet, met een positief gevoel terugkijken naar het laatste stuk van zijn leven, het leven van hun naaste.”

Ton Mulder (pijnspecialist)

“Als anesthesioloog-pijnspecialist ben ik al vele jaren betrokken bij de behandeling van chronische pijnklachten, ontstaan door niet-oncologische aandoeningen. Pijngeneeskunde is een specialisatie in het vakgebied anesthesiologie. Patiënten in de palliatieve fase van hun ziekte kunnen pijnklachten hebben die complex zijn. Een aantal patiënten ondervinden ernstige pijnklachten ondanks de verbeterde medicamenteuze behandeling die tegenwoordig mogelijk is.

Door deel uit te maken van de palliatieve zorg kan met lage drempel geadviseerd worden over andere behandelingsvormen. Deze behandelingen die veelal complex en invasief zijn worden uitgevoerd in het ziekenhuis. Vaak vinden deze plaats onder sedatie op het OK complex. Op deze manier streef ik ernaar van toegevoegde waarde te zijn bij de behandeling van patiënten met pijnklachten in de palliatieve fase.”

Jeannette van de Beukel (geestelijk verzorgster)

Belangrijk in de palliatieve fase vind ik het in gesprek gaan over wat voor u belangrijk is in deze fase. Waarbij aandacht is voor alle aspecten van het menszijn: lichamelijk, psychisch, sociaal en spiritueel. Spirituele zorg richt zich op levensvragen: hoe kijk ik terug op mijn leven, wat zou ik nog graag willen, wie zijn voor mij belangrijk, wat geeft mijn leven zin, hoe kan ik op een goede manier deze laatste periode invullen? Soms kan het helpen om daar met iemand over te praten, bijvoorbeeld een geestelijk verzorger, om zo voor jezelf tot meer duidelijkheid te komen. Ook uw naasten kunnen daarin betrokken worden.”

Annelieke Back  en Annette Titiheru (casemanagers palliatieve zorg)

“Als lid van het palliatief team zijn wij aanspreekpunt voor de verpleegkundigen en geven wij adviezen omtrent de zorg voor de palliatieve patiënt.

Als oncologieverpleegkundige verleende wij met regelmaat zorg aan palliatieve patiënten. Dit onderdeel van de zorg sprak ons erg aan en dat heeft ons beide doen besluiten om de opleiding tot palliatief verpleegkundige te volgen. Belangrijk in het verlenen van deze zorg vinden wij het kijken naar de gehele mens en diens naasten. Wat willen mensen nog graag, wat hebben ze nodig en hoe bereik of behoud je kwaliteit van leven? Het geven van praktische tips of een luisterend oor bieden kan van grote meerwaarde zijn.”

De schouderoperatie

Tijdens de operatie verwijdert de orthopedisch chirurg het versleten gewricht door een prothese. Op de plek van de oude kop komt een metalen kunstkop. Dit kan door middel van een resurfacing prothese of met een gesteelde prothese waarbij de steel vast zit in het bovenarms bot. Soms wordt ook het schouderkommetje voorzien van een prothese. Bij het plaatsen van een zogenaamde omgekeerde schouderprothese komt de prothesekop op de plaats van het schouderkommetje. De schouderkop wordt vervangen door een steel in het bovenarm met aan het uiteinde een komvorm waar de prothesekop in past. Het schouder principe wordt dus omgedraaid, de kom wordt kop en de kop wordt kom. Dit zorgt er voor dat de spier, die boven over de schouder verloopt, de functie van de niet meer functionerende schouderspieren (door kapotte pezen) overneemt. Als bij een complexe breuk een schouderprothese wordt geplaatst, moeten de stukken bot waaraan de schouderspieren vastzitten aan de prothese worden bevestigd. Dit gebeurt met kunststof of metalen draden. De afgebroken stukken bot moeten dan vastgroeien aan de prothese en aan de rest van de bovenarm. Soms kan er gekozen worden voor een omgekeerde schouder prothese.

Thuis na de knieoperatie

Ongeveer veertien dagen na de operatie wordt op de polikliniek een wondcontrole uitgevoerd en het hechtmateriaal verwijderd. De verpleegafdeling maakt hiervoor een afspraak die u bij ontslag mee krijgt. De speciale wondpleister die na de operatie is aangebracht mag 14 dagen blijven zitten. Indien deze pleister door omstandigheden eerder wordt verwijderd is dit niet erg. Tijdens de ziekenhuisopname krijgt u uitleg over de wondpleister. Het is mogelijk dat het wondgebied rood ziet en warm aanvoelt. Hierover hoeft u zich niet ongerust te maken. De eerste zes weken na de operatie zult u gebruik moeten maken een loophulpmiddel. In principe zijn dat krukken.

Aandachtspunten

In het ziekenhuis en eventueel daarna in het zorghotel bent u zo goed mogelijk voorbereid op de situatie thuis. Toch is het belangrijk om op het volgende te letten. Veertien dagen na de operatie is het gewenst dat u uw knie 90 graden kan buigen. Het is aan te bevelen om meerdere malen per dag een ijszak (coldpack) op uw knie te leggen. Dit verlicht de pijn. Het is belangrijk dat uw knie helemaal gestrekt kan worden. Ga daarom niet liggen met een kussen onder uw knie.

Vermijd een aantal bewegingen, zoals hurken, bukken en de benen over elkaar slaan. Als de buiging van de knie voldoende is (ongeveer 105 graden), kunt u gaan fietsen op een hometrainer. Doe dit altijd in overleg met uw fysiotherapeut. Ga bij voorkeur op een wat hogere stoel zitten. Probeer uw loopafstand geleidelijk te vergroten. Bij voorkeur door wat vaker een stukje te gaan wandelen.

Na de knieoperatie

Na de operatie gaat u naar de uitslaapruimte, waar u gedurende de eerste tijd intensieve controle krijgt. Als uw lichamelijke conditie stabiel is, gaat u terug naar de afdeling. Zodra u terug bent op de verpleegafdeling neemt de verpleegkundige contact op met uw contactpersoon.

U mag direct na de operatie eten en drinken en het been al volledig belasten. Na de verzorging helpt de verpleegkundige u uit bed in een stoel. U wordt begeleid bij de eerste passen die u door uw kamer maakt met een looprekje.

Dagen na de opname

Op de eerste dag krijgt u instructies over hoe u moet lopen met een looprekje of krukken. Op de tweede dag na de operatie verlaat u aan het eind van de dag het ziekenhuis, op voorwaarde dat uw herstel gaat volgens schema. In principe gaat u naar huis of naar het zorghotel. Met het zorghotel zijn afspraken gemaakt over verdere revalidatie en is men op de hoogte hoe uw revalidatieprogramma eruitziet. In de thuissituatie zal u verder gaan met het oefenen bij uw zelfgekozen fysiotherapeut.

De knieoperatie

Via de Afsprakencentrale heeft u te horen gekregen hoe laat en op welke datum de opname plaatsvindt. Het is belangrijk dat u nuchter bent voor de operatie. Dat betekent dat u op de avond voor opname vanaf 24:00 uur niet meer mag eten, drinken en roken.

U wordt opgenomen op de OK-loungeafdeling, van daaruit gaat u naar de operatieafdeling. Na de operatie is uw knie ingepakt in een drukverband. Indien mogelijk start u op deze dag al met oefenen onder begeleiding.

Wat neemt u mee?

Wanneer u wordt opgenomen zijn er een aantal dingen die u niet moet vergeten mee te nemen:

  • Uw zorgpas.
  • Identiteitsbewijs (geldig paspoort, rijbewijs of ID-kaart). De identificatieplicht geldt ook voor minderjarigen jonger dan 14 jaar.
  • Medicijnen en/of dieetvoorschrift (indien van toepassing).
  • Krukken.
  • Nachtkleding, ondergoed, kamerjas en pantoffels.
  • Badslippers voor in de douche en toiletartikelen.
  • Boek, tijdschrift of iets anders voor wat afleiding.

Breng verder zo weinig mogelijk spullen mee en laat waardevolle voorwerpen thuis.

Medicijnen

Om het risico van ontstekingen zo klein mogelijk te maken, krijgt u voor en na de operatie antibiotica. Verder schrijft de arts u een bloedverdunnend medicijn voor, in de vorm van eenmaal daags een injectie om trombose (klontering van het bloed) te voorkomen. Tijdens uw verblijf leert u van de verpleegkundige hoe u bij uzelf dit medicijn kunt toedienen. Dit medicijn blijft u tot vier weken na de operatie gebruiken, tenzij de behandelend orthopedisch chirurg iets anders afspreekt.

Voor de knieoperatie

Nadat besloten is om te gaan opereren komt u op de opnamelijst. Via de Afspraakcentrale of de polikliniek krijgt u bericht om een afspraak te maken voor de preoperatieve screening (POS). Tijdens de preoperatieve screening komt u langs de doktersassistente, anesthesioloog, het Apotheek Servicepunt, de opnameplanner en de intakeverpleegkundige. Uw bezoek aan het Opnameplein neemt ongeveer anderhalf uur in beslag.

U krijgt een uitnodiging via de poli Orthopedie voor het bijwonen van een informatiebijeenkomst. Tijdens deze bijeenkomst komen een orthopedisch chirurg, een fysiotherapeut en een verpleegkundige aan het woord. U krijgt informatie over de opname en behandeling. De opname vindt over het algemeen plaats in Vlissingen op de afdeling Vlissingen Medisch Centrum Kliniek (VMCK).